Het heeft enige tijd geduurd, maar de niet aflatende kritiek op – kort gezegd- het functioneren van de strafrechtspleging, wordt nu ook vanuit de kringen van de zittende magistratuur publiekelijk serieus genomen en beantwoord. Zo brak de President van de Hoge Raad G. Corstens in een lezing getiteld ‘De wakkere rechter’ onlangs een lans voor het “intellectueel investeren” in de Rechterlijke Macht en met name in het vergaren van forensische expertise en gingen Corstens en in zijn kielzog raadsheer M. Loth van de Hoge Raad in op de kritiek die naar voren komt in het boek ‘De slapende rechter’ van W.A. Wagenaar, H. Israëls en P.J. van Koppen. Nog recenter reageerde Corstens opnieuw, nadat minister Ter Horst in een uitzending van Knevel & Van den Brink het oordeel van een Politierechter om geweld tegen agenten niet dubbel te bestraffen, hekelde. De bewindsvrouwe noemde het een “denkfout” van de rechter, zich kennelijk niet bewust van de betekenis van dit woord. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat vooral die kwalificatie de president van de Hoge Raad in het verkeerde keelgat is geschoten. En dat dit de druppel is geweest die de emmer deed overlopen. Want kritiek op rechterlijke uitspraken is de laatste tijd zeker geen uitzondering meer, de toonzetting er van is soms […]