Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

23 januari 2019

EHRM stelt eisen aan motivering voorarrest

Beslissingen over voorlopige hechtenis lijken in Nederland vaak voorgeprogrammeerd, zeker in zaken waar de zittingsdatum dichtbij is en het Hof de instantie is die in appel oordeelt. De hele gang van zaken is ronduit beschamend te noemen. Een gemiddelde zitting neemt, naar boven afgerond, een half uur in beslag en als het een beetje meezit worden in een paar uur tijd toch al gauw zo’n vijftien zaken afgedaan. Goed voor de kas en slecht voor de moraal. Na de sobere zitting wordt kort geraadkamerd en vervolgens rollen de beschikkingen aan de lopende band uit de printer. De motivering is vaak ver on de maat omdat wordt volstaan met conclusies. Er is vluchtgevaar, ernstig gevaar voor recidive en “uiteraard” is de rechtsorde ernstig geschokt. Waarop deze conclusies zijn gebaseerd is onduidelijk. Het lijken tussendoortjes, terwijl nota bene over de vrijheidsbeneming van burgers wordt beslist. In toenemende mate is er kritiek op deze gang van zaken en bezien vanuit de invalshoek van het EVRM lijkt het m.i. niet voor twijfel vatbaar dat de praktijk de verdragsrechtelijke toets niet kan doorstaan. Dat wordt nog eens bevestigd door een beslissing van het EHRM in de zaak Móry and Benc v. Slovakia (ECHR, appl. 3912/15 […]
13 oktober 2017

Een advies met grote gevolgen voor de praktijk

Niet zelden blijft de wetgever in gebrek bij het ontwerpen van een regeling die een technisch-juridisch ingewikkelde materie betreft. Een voorbeeld hiervan is de regeling die wordt gebruikt om een verdachte die een dadelijk uitvoerbare voorwaarde heeft overtreden, hangende het hoger beroep voor de rechter te brengen om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf te bevelen. Mag een rechter de vrijheidsbeneming van een verdachte bevelen op basis van een vonnis dat niet onherroepelijk is? Over die – ook voor de praktijk – belangrijke rechtsvraag heeft AG Knigge onlangs een doorwrocht advies geschreven, dat menig praktijkjurist zich eigen zou moeten maken. Dat advies heeft de juridische status van een vordering tot cassatie in het belang der wet. Het is dus “ook” voorlopig. De Hoge Raad kan er anders over denken. Maar dat zou mij verbazen. Zijn advies is meer dan verdedigbaar. Het is overtuigend en de Hoge Raad zal het volgen. De vordering is gericht tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland van 2 februari 2016 waarbij de gedeeltelijke tenuitvoerlegging is gelast van een eerder door diezelfde rechtbank grotendeels voorwaardelijk opgelegde straf, te weten jeugddetentie. Om misverstanden te vermijden dient voorop te worden gesteld dat het slechts ten dele de bevoegdheid van […]
29 februari 2016

The strange case of Jerome Morgan

Jerome Morgan is een 37-jarige zakenman. Makkelijk heeft hij het niet. Hij moet de eindjes aan elkaar knopen om financieel rond te komen en houdt er drie baantjes op na. Tussen de bedrijven door moet hij zich op gezette tijden melden voor een pre-trial court sessie. Want Jerome Morgan wordt beschuldigd van het doodschieten van een 16-jarige tiener tijdens een verjaardagsfeestje in een hotel in 1993. Maar voor dat doodschieten heeft hij al meer dan 20 jaar in de gevangenis doorgebracht. Als 17 jarige werd hij veroordeeld, ondanks het feit dat hij ontkent en dat de feiten uitwijzen dat hij de moord niet kan hebben begaan. Want de moordenaar ging er als een haas vandoor, terwijl Morgan in het hotel verbleef. Maar dat ontlastend bewijs werd destijds door het Openbaar Ministerie achtergehouden. In 2014 kenterde de zaak. Twee belangrijke getuigen verklaarden onder ede dat zij destijds door de politie werden gedwongen om Morgan als schuldige aan te wijzen. En ontlastend bewijs werd achtergehouden. De moordenaar was na de schietpartij op de vlucht geslagen, terwijl Morgan en anderen in het hotel waren opgesloten om verder onheil te vermijden. Het OM hield de jury voor dat er voor de moordenaar voldoende tijd […]