Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

28 november 2014

Rechtsbijstand advocaat aan niet aangehouden verdachten

Terwijl de rechtspositie van de aangehouden verdachte tamelijk nauwkeurig in kaart is gebracht na het Salduz-arrest, is die van de niet-aangehouden meerderjarige verdachte met te veel mist omgeven. Het EHRM heeft tot nu toe geen duidelijkheid verschaft, de wetgever zwijgt in alle talen en dus ligt het weer op het bordje van de rechter. Zoals steeds vaker het geval is. En opnieuw probeert de rechter de wetgever tot spoed te manen, zij het in voorzichtige en subtiele bewoordingen. Want al is het een misverstand om in navolging van Montesquieu te spreken van “scheiding der machten”, van een zekere machtsverdeling is zonder meer sprake. En als het al van de rechter moet komen is het doorgaans de HR die het voortouw neemt. Zo ook in deze juridische problematiek. Al in 2009 gaf de HR (ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009/349) een belangrijk signaal af. Hij overwoog: “2.5. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, aan art. 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Uit de rechtspraak […]
4 september 2014

De advocaat bij het politieverhoor: Salduz vs Dvorski?

Nederland en Ierland zijn, voor zover ik weet, de enige EU-landen waarin een advocaat niet het recht heeft om aanwezig te zijn bij het politieverhoor. En dat terwijl tijdens politieverhoren verdachten vaak belastende verklaringen afleggen die voor het bewijs worden gebruikt. De HR keurt deze praktijk goed omdat de rechtspraak van het EHRM niet dwingt  tot de conclusie dat de advocaat zijn cliënt mag bijstaan. Richtinggevend hierbij zijn twee uitspraken van het EHRM. Het eerste is al een oudje. In 1993 kende het EHRM proactieve werking toe aan artikel 6 lid 3 EVRM. (Imbriosca v. Switzerland, judgment of 24 November 1993, § 36). Het recht op rechtsbijstand  gold ook voor “pre-trial proceedings”. In 2008 ging het EHRM een stapje verder, al hield hij allerlei slagen om de arm.  In het Salduz-arrest (Salduz v. Turkey, Grand Chamber judgment of 27 November 2008, § 55) werd door de Grand Chamber overwogen: « [I]n order for the right to a fair trial to remain sufficiently “practical and effective” …, Article 6 § 1 [of the Convention] requires that, as a rule, access to a lawyer should be provided as from the first interrogation of a suspect by the police, unless it is demonstrated in the […]
16 april 2014

De Demmink verhoren: Emile Broersma en Tjeerd Postma

Emile Broersma Op dinsdag 15 april stond het verhoor van Emile Broersma op de agenda. Tegenwoordig hoofd beveiliging Rijksmuseum, vroeger als rechercheur CID betrokken bij het stukgelopen Rolodexonderzoek. Evenals Leen de Koter ontkent hij dat hij betrokken is bij het Rolodexonderzoek, maar gaandeweg de verhoren lijkt het er steeds meer op dat de vraag naar de inhoud en omvang van het Rolodexonderzoek vooral een juridisch woordenspelletje is, waarvan de minister gebruik maakt.  Wie de inlichtingenfase namelijk ziet als een voorfase en het Rolodexonderzoek als de tactische fase, danst om de hete brij heen en zet de kamer op het verkeerde been. Dan namelijk kan in gemoede worden volgehouden dat Demmink niet voorkwam in het Rolodexonderzoek. Geen krullenjongen trouwens, die Broersma. Hij was commandant van het observatieteam terrorisme en bijzondere taken. Na veel gehakketak over beroepsgeheim en informatieplicht, zwicht Boersma en bevestigt desgevraagd dat hij commandant was van het observatieteam dat Demmink onder de loep moest nemen. Dat was in tweede helft 1998. De opdracht kwam van zijn chef, Knapen. Het team moest informatie verzamelen over vier “verdachten” naar wie de Rijksrecherche onderzoek deed. Demmink was er een van. Maar voordat de observatie van start kon gaan, gaf Knapen de opdracht om het onderzoek te stoppen. Broersma: “Ik […]
1 april 2014

HR: Wetgever moet recht op rechtsbijstand advocaat bij politieverhoor regelen

Het zat er aan te komen, al had ik hoop dat de HR in het kielzog van zijn adviseur AG Spronken de moed had om de fundamentele en principiële vraag of een verdachte recht heeft op een advocaat als hij door de politie wordt verhoord direct te beantwoorden. Maar de HR heeft er voor gekozen om die beantwoording aan de wetgever over te laten, al geeft hij in een toetje wel een belangrijke en niet mis te verstane boodschap aan de wetgever mee. Een boodschap die het karakter van een opdracht heeft. Vooralsnog blijven Ierland en Nederland echter de enige landen binnen de EU waarin een verdachte geen recht heeft op advocatenbijstand bij de politieverhoor. Beschamend! Dat de HR zijn boodschap in de vorm van een toegift verpakt, heeft te maken met het feit dat in cassatie het accent niet lag op schending van het recht op een advocaat bij het politieverhoor, terwijl de klacht die daar wel over ging juridisch makkelijk was af te schieten. De klacht ging namelijk primair over schending van het consultatierecht. Verdachte zou niet zijn gewezen op het recht om voorafgaande aan het politieverhoor een advocaat te raadplegen. Met die klacht maakt de HR korte […]