Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

2 november 2018

Beperking ambtshalve toetsing Hoge Raad bij verjaring

In zijn arrest van 30 oktober 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2022) zegt de Hoge Raad dat als het feit is verjaard voordat de cassatieschriftuur is ingediend, het aan de advocaat is om daarover te klagen. Wanneer de advocaat in gebreke blijft, zal de Hoge Raad niet ambtshalve casseren. Dat laatste gebeurt slechts dan als die verjaring heeft plaatsgevonden in de periode tussen het indienen van de cassatieschriftuur en de uitspraak van de Hoge Raad. In dat geval is het immers per definitie onmogelijk voor de advocaat om zijn grieven aan de Hoge Raad voor te leggen. De uitspraak is opmerkelijk al staat zij niet op zichzelf. Eens te meer blijkt dat het strafrecht steeds meer civielrechtelijke trekken krijgt. De verdachte wordt meer en meer afhankelijk gemaakt van de kennis en kunde van zijn advocaat. Laat die het afweten, dan is de verdachte de klos. Met dien verstande dat in zaken als de onderhavige de Hoge Raad als doorgeefluik fungeert. Het probleem wordt nu verlegd naar de executiefase. Sinds een aantal jaren lijkt de Hoge Raad de rechtsbescherming minder hoog in het vaandel te hebben staan. Zeker op het terrein van strafvordering. De rechtseenheid staat vaak voorop en verklaart de reeks leerstellige arresten waarin […]
28 november 2014

Rechtsbijstand advocaat aan niet aangehouden verdachten

Terwijl de rechtspositie van de aangehouden verdachte tamelijk nauwkeurig in kaart is gebracht na het Salduz-arrest, is die van de niet-aangehouden meerderjarige verdachte met te veel mist omgeven. Het EHRM heeft tot nu toe geen duidelijkheid verschaft, de wetgever zwijgt in alle talen en dus ligt het weer op het bordje van de rechter. Zoals steeds vaker het geval is. En opnieuw probeert de rechter de wetgever tot spoed te manen, zij het in voorzichtige en subtiele bewoordingen. Want al is het een misverstand om in navolging van Montesquieu te spreken van “scheiding der machten”, van een zekere machtsverdeling is zonder meer sprake. En als het al van de rechter moet komen is het doorgaans de HR die het voortouw neemt. Zo ook in deze juridische problematiek. Al in 2009 gaf de HR (ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009/349) een belangrijk signaal af. Hij overwoog: “2.5. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, aan art. 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Uit de rechtspraak […]
1 april 2014

HR: Wetgever moet recht op rechtsbijstand advocaat bij politieverhoor regelen

Het zat er aan te komen, al had ik hoop dat de HR in het kielzog van zijn adviseur AG Spronken de moed had om de fundamentele en principiële vraag of een verdachte recht heeft op een advocaat als hij door de politie wordt verhoord direct te beantwoorden. Maar de HR heeft er voor gekozen om die beantwoording aan de wetgever over te laten, al geeft hij in een toetje wel een belangrijke en niet mis te verstane boodschap aan de wetgever mee. Een boodschap die het karakter van een opdracht heeft. Vooralsnog blijven Ierland en Nederland echter de enige landen binnen de EU waarin een verdachte geen recht heeft op advocatenbijstand bij de politieverhoor. Beschamend! Dat de HR zijn boodschap in de vorm van een toegift verpakt, heeft te maken met het feit dat in cassatie het accent niet lag op schending van het recht op een advocaat bij het politieverhoor, terwijl de klacht die daar wel over ging juridisch makkelijk was af te schieten. De klacht ging namelijk primair over schending van het consultatierecht. Verdachte zou niet zijn gewezen op het recht om voorafgaande aan het politieverhoor een advocaat te raadplegen. Met die klacht maakt de HR korte […]
7 februari 2014

De zaak Afanasyev: recht op bijstand advocaat voor aanhouding

De uitspraak van de HR over het recht op rechtsbijstand bij een politieverhoor komt steeds dichterbij. De uitspraak is uitgesteld tot 1 april 2014. Vermoedelijk omdat het om een principiële en belangrijke, maar cassatie technisch tevens ingewikkelde zaak gaat, waarbij de Hoge Raad zelfs de mogelijkheid heeft om het arrest van het Hof vanwege een motiveringsgebrek te casseren en met een bocht om de kernvraag heen te gaan. Maar ook als de HR dat doet, zal dat in mijn ogen fundamentele recht vroeger of later in ons strafvorderlijk stelsel zijn beslag krijgen. Het meest chique zou zijn dat de wetgever het regelt. Maar van het duo Opstelten en Teeven hoeven we op dit punt niet veel te verwachten. En de Europese richtlijn geeft de wetgever nog ongeveer drie jaar de tijd om dat recht vorm en inhoud te geven. Het zal, zoals zo vaak, van het EHRM moeten komen. Maar dan wel in een beslissing die ons land dwingt dat recht, buiten de wetgever om, onmiddellijk in de praktijk te brengen. Zoals vroeger bijv. is gebeurd in de zaak Lala en Pellodoah. Van de ene op de andere dag werd een gemachtigde advocaat, wiens cliënt niet op de zitting aanwezig […]