Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

19 januari 2015

Moord in de verleden tijd

Het misdrijf moord wordt in het bijzonder gekenmerkt door het feit dat de dader “met voorbedachten rade” heeft gehandeld. Daarin verschilt moord ook van doodslag. Beide misdrijven hebben gemeenschappelijk dat is vereist dat iemand een ander “opzettelijk” van het leven heeft beroofd. Maar bij moord komt er dus iets bij. Moord is dus een doodslag + variant en de voorbedachte rade is in die verhouding een strafverzwarende omstandigheid. Daaruit vloeit voort dat “voorbedachte rade” iets anders is dan opzet. Voorbedachte rade is dan ook verenigbaar met alle vormen van opzet, inclusief voorwaardelijk opzet. Ook iemand die niet de bedoeling (“oogmerk”) heeft gehad een ander van het leven te beroven, maar willens en wetens door zijn handelen een groot risico neemt dat die ander wordt gedood (“voorwaardelijk opzet”), kan met voorbedachte rade hebben gehandeld. Gemeenschappelijk aan beide delictsbestanddelen is uiteraard wel dat moet worden bewezen dat verdachte op het moment van handelen aan die vereisten heeft voldaan. Over wat precies onder “voorbedachte rade” moet worden verstaan bestond en bestaat niet alleen in de praktijk van de strafrechtspleging verschil van mening. Of misschien moet ik zeggen dat er niet zozeer verschil van mening bestaat, maar vooral verschil in duiding. Die onduidelijkheid spits […]
8 april 2014

Passieve medeplichtigheid en doorgeschoten dogmatiek

Daderschap (fysiek en functioneel), deelneming en medeplichtigheid Het Wetboek van strafrecht kent daders en medeplichtigen. Tot de daders worden de plegers, medeplegers, doen plegers en uitlokkers gerekend. al dan niet in functionele verpakking. De medeplichtige is kennelijk een bijzondere, afgescheiden categorie. Dat komt tot uitdrukking in de accessoiriteit van de kwalificatie  en in het strafmaximum, waarbij ook het opzetvereiste een mitigerende rol speelt. Daardoor kan de kwalificatie van de medeplichtige, die die van de pleger volgt, niet aansluiten op het strafmaximum. Maar de verschillen tussen vooral medeplegen en medeplichtigheid zijn in de loop der jaren vervaagd, terwijl de wetgever daarin nimmer aanleiding heeft gezien de consequenties meer op het daderschap af te stemmen. Daar is wel verschillende keren een lans voor gebroken. Maar vooralsnog toont de wetgever zich doof voor dergelijke geluiden. En zeker in deze tijd is de focus van de wetgever meer dan ooit gericht op instrumentaliteit, strafrechtshandhaving, bezuiniging en de opwaardering van de rechtspositie van het slachtoffer in het strafproces. Omdat die verschillen zo zijn vervaagd en ook omdat het functionele daderschap een enorme opmars heeft gemaakt, zijn sommige deelnemingsvormen exotische uitzonderingen geworden. Doen plegen is daarvan het beste voorbeeld. Maar ook medeplichtigheid heeft in veel gevallen plaats moeten maken voor het medeplegen […]