Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

7 juli 2017

Nadere regels over horen getuigen

1. Inleiding De Hoge Raad gedraagt zich de laatste jaren meer en meer als een schoolmeester die op gezette tijden de juridisch minder bedeelde medemens komt uitleggen hoe het strafrecht in elkaar zit. Uiteraard zijn de rechtseenheid en rechtszekerheid hiermee gediend, maar er blijft niettemin een wrange nasmaak hangen wanneer tevens moet worden vastgesteld dat het niveau van rechtsbescherming van de verdachte hieronder lijdt of in ieder geval dreigt te worden onderbelicht. De ommezwaai van de Hoge Raad, als ik dat woord mag gebruiken, dateert van de periode rond de benoeming van Corstens. Niet toevallig in een vorig leven officier van justitie? Rechtsbescherming wordt nu in wezen overgelaten aan de lagere rechters en de verdachte die meent te worden beknot in zijn (verdrags)rechten moet van goede huize komen om bij de Hoge Raad kans van slagen te maken. Dat heeft mede te maken met de cassatietechniek, waardoor de Hoge Raad klachten vaak eenvoudig kan afwimpelen (“niet onbegrijpelijk”) en de introductie van art. 80a RO. Veel grieven worden zonder omhaal van woorden en met een verwijzing naar art. 80a RO in de prullenmand gedeponeerd. Andere arresten worden vooral gekenmerkt door een vermelding van art. 81 lid 1 RO, waarbij soms als […]
1 juni 2017

Salduz: Een prutsende advocaat en een falend rechtssysteem

De raadsheren van het Hof hadden het al zien aankomen en deden onmiddellijk uitspraak. Het verweer van de advocaat was dan ook voorspelbaar, zoals meestal het geval is. Volgens het proces-verbaal van de terechtzitting had de advocaat het volgende aangevoerd: “De raadsman voert het woord tot verdediging, strekkende tot (…) vrijspraak van feit 2 omdat verdachte ten onrechte niet is gewezen op het feit dat hij kosteloos een advocaat mocht bellen voorafgaand aan zijn verhoor, dat dit een Salduzverzuim oplevert en derhalve bewijsuitsluiting dient te volgen (…)”. Kort door de bocht en te simplistisch. Want de advocaat had met geen woord gesproken over het nadeel van dit vormverzuim. Wat als de verdachte wel was gewezen op het feit dat hij recht had op een gratis advocaat? Had hij dan van het recht op consultatiebijstand gebruik gemaakt? Of zou hij ervan hebben afgezien (waiver)? Als het antwoord op de laatste vraag ontkennend zou zijn geweest, was de verdachte inderdaad benadeeld en zou de advocaat in cassatie zijn gram kunnen halen. Het is het zoveelste voorbeeld van een advocaat die kennelijk te weinig kennis van het cassatierecht in huis heeft. Hij had natuurlijk vooraf met zijn client moeten overleggen en in zijn verweer […]
4 januari 2017

Overzichtsarrest HR: Oplichting nader beschouwd

Het woord zegt het al: Een “overzichtsarrest” pretendeert “overzicht” te geven. Maar eigenlijk is dat niet het goede woord, hoewel de HR het wel bezigt. Bij overzichtsarresten gaat het om het verschaffen van duidelijkheid over juridische kwesties waar kennelijk in de praktijk onduidelijkheid over heerst. Een onduidelijkheid die overigens soms zelf door de HR zelf in de hand wordt gewerkt. Het arrest over artikel 80a RO is hiervan een treffend voorbeeld. In HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2892 en HR 20 december 2016, ECLI:NL:HR:2016:2889 ging het over inhoud en reikwijdte van het misdrijf oplichting (art. 326 Sr). Beide arresten komen uiteraard op hetzelfde neer. De focus in deze bijdrage ligt op het eerste, vooral waar het gaat om de verwijzing naar paragrafen. In het dagelijks taalgebruik staat oplichting min of meer gelijk aan bedrog. Juridisch ligt dat anders. Oplichting wordt in art. 326 Sr omschreven als””Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van enig goed, tot het verlenen van een dienst, tot het ter beschikking stellen van […]
28 januari 2015

Seksueel misbruik en uitbuiting van minderjarigen: juridische kanttekeningen bij de loverboyzaak

 In Valkenburg werd eind vorig jaar een man betrapt die seks had met een meisje van 16. De “pooier” van het meisje zat in de badkamer van het hotel, vlakbij de kamer waar het meisje zich prostitueerde. Hij was 21 en dan ben je volwassen. Toch? Er werd gesproken van een “aanzienlijk” leeftijdsverschil. Via de GSM van het meisje kwam het OM op het spoor van 50 mannen. Klanten heette het. Al gauw werd het aantal van 50 in de media opgehoogd tot ongeveer 80. Alsof het een feit zou zijn dat deze mannen allemaal klant waren. Het OM opende de jacht op de vermeende klantenkring en kondigde aan hen thuis of op hun werk op te zoeken. Huwelijk naar de filistijnen en in de ww of bijstand. Aan de privacy geen boodschap, volgens OvJ Ten Kate, in het tv programma Jinek. Iemand die seksueel misbruik maakt van een minderjarige heeft geen privacy. Volgens Ten Kate dan. Juridische onzin, waarover later meer.