Ybo Buruma heeft gelijk dat voorlopige hechtenis te vaak te routineus wordt opgelegd, maar ongelijk waar hij opmerkt dat ons strafrechtelijk systeem, afgezien van schadevergoeding, geen prikkel kent om onrechtmatige detentie te vermijden. Die prikkel is er wel degelijk, alleen rechters maken er geen gebruik van. In ons strafvorderlijk systeem moet onderscheid worden gemaakt tussen inverzekeringstelling een voorlopige hechtenis. In het betoog van Buruma in Crimesite loopt dat door elkaar heen. Inverzekeringstelling duurt enkele dagen. Er komt geen rechter aan te pas. Wel een hulpofficier van justitie die als een blinde vink na het verhoor dat op de aanhouding van verdachte volgt, het bevel inverzekeringstelling tekent. Ook een schande, al staat de inverzekeringstelling in het teken van de opsporing. Een redelijke verdenking is voldoende. Daarna kan de verdachte in voorlopige hechtenis worden gesteld. Die voorlopige hechtenis bestaat volgens de wet uit bewaring, gevangenhouding en gevangenneming en kan soms jaren duren. Over de voorlopige hechtenis wordt door rechters geoordeeld en de wet kent wel degelijk prikkels om daar niet lichtvaardig mee om te springen. Zo is volgens ons Wetboek van Stafvordering een “redelijke verdenking” niet (meer) voldoende, maar zal er sprake moeten zijn van “ernstige bezwaren”. En daar zit `em de […]