Artikel 80a RO is, cynisch genoeg, ingevoegd bij de Wet versterking cassatierechtspraak van 15 maart 2012 (Stb. 2012, 116) en in werking getreden op 1 juli 2012. Het maakt het de Hoge Raad mogelijk een cassatieberoep niet-ontvankelijk te verklaren omdat de klager“klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft” bij het cassatieberoep of omdat de klachten “klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden”. Wat dat met “versterking” van de cassatierechtspraak te maken heeft is mij onduidelijk, zoals mij ook ontgaat waarom het woord “klaarblijkelijk” in de redactie is opgenomen. Dat laatste zet het arrest in zekere zin op losse schroeven en doet afbreuk aan het gezag van de uitspraak. En dat gezag is al niet erg hoog, al is het maar omdat er een wezenlijk verschil bestaat tussen het hebben van “onvoldoende belang” en het indienen van “klachten die tot cassatie kunnen leiden”, terwijl dat verschil niet in het arrest wordt geëxpliciteerd. Vooral dat laatste wringt. De reden waarom de ingediende klachten “klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden” ontbreekt en deze afwijzingsgrond schreeuwt dan ook bijna om nadere uitleg. De door de Hoge Raad in 2012 en 2016 gegeven overzichtsarresten voegen weinig aan duidelijkheid toe. Zakelijk weergegeven wordt overwogen dat algemene regels zich moeilijk laten formuleren […]