Op 20 december 2013 heeft de Hoge Raad een interessante uitspraak gedaan over de consequenties van het afwijzen van een verzoek om getuigen te horen op de regiezitting. Het komt er op neer dat wanneer een rechter op een regiezitting het verzoek om getuigen te horen afwijst, die afwijzing niet definitief hoeft te zijn. Dat hangt af van de motivering. In deze zaak werd het verzoek om de broer en de moeder van de aangeefster als getuige te horen afgewezen door het Hof omdat het verzoek “onvoldoende was onderbouwd”. De advocaat van verdachte had slechts in algemene termen opgemerkt dat het horen van beide getuigen van belang was “voor de weging van de bewijsmiddelen en de strafmaat” Op de zitting werd het verzoek niet herhaald, vermoedelijk omdat de advocaat de afwijzing als definitief had aangemerkt. Hij had het wel kunnen doen overigens en mijns inziens ook moeten doen, zij het dat een betere, meer gedetailleerde motivering noodzakelijk was. Na een exegese van de wetsgeschiedenis van de laatste jaren (zie 3.3), komt de Hoge Raad in 3.4 ter zake. “Het voorbereidende karakter van een dergelijke zitting brengt mee dat zich gevallen kunnen voordoen waarin de rechter het weliswaar niet nodig acht de beslissing op een verzoek […]