Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

22 november 2017

De dood van Mitch Henriquez en de redelijke toerekening

  De video geeft een redelijk accuraat beeld van de gang van zaken tijdens en na de arrestatie van Mitch Henriquez. We zijn inmiddels een tijd verder. Weliswaar moet de rechtbank nog het vonnis vellen, maar de zaak wordt inmiddels behandeld en het Openbaar Ministerie heeft zijn eis geformuleerd. Die eis luidt dat de  rechtbank toepassing geeft aan art. 9a Wetboek van Strafrecht. Dat komt erop neer dat de agenten worden schuldig verklaard, maar dat geen straf of maatregel wordt toegepast. Deze in de ogen van velen te milde strafeis, berust op het feit dat het Openbaar Ministerie van mening is dat de agenten zich schuldig hebben gemaakt aan mishandeling en dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de dood van Henriquez. Geen doodslag dus, ook geen dood door schuld en zelfs geen (zware) mishandeling de dood ten gevolge hebbende. Het Openbaar Ministerie achtte “slechts” mishandeling bewezen. De agenten zouden disproportioneel geweld hebben gebruikt, maar het overlijden van Henriquez was het gevolg van een acute stress stoornis, die volgens enkele deskundigen ook door de enkele aanhouding en het verzet en dus zonder het gebruik van geweld “kon” zijn veroorzaakt. Het woord “kon” heb ik tussen aanhalingstekens gezet. Niet voor niets, zoals […]
8 november 2017

Beschermd: The unmasking of Donald Trump (1): De merkwaardige zelfmoord van Peter Smith

Er is geen samenvatting, omdat dit een beschermd bericht is.
23 juni 2017

Jaarverslag Hoge Raad 2016: markante punten (1)

Het jaarverslag van de Hoge Raad over 2016 is in die zin niet verrassend omdat de door de Hoge Raad aangehaalde relevante (nieuwe) rechtspraak al van meet af aan de aandacht trok. Die rechtspraak betreft: 1. de dynamische verkeerscontrole 2. de levenslange gevangenisstraf 3. schadevergoeding benadeelde partijen 4. noodweer 5. beperkingen strafbaarheid (mensenhandel, kinderporno) 6. herziening ten nadele. Voordat ik die rechtspraak behandel drie opmerkingen vooraf. Deze blog beperkt zich niet tot een descriptieve weergave van de jurisprudentie. Ik veronderstel die als bekend en voor diegene die er zich nader in willen verdiepen verwijs ik naar mijn website. De rechtspraak roept ook kritische vragen op en daarop zal vooral het accent liggen. Een tweede opmerking betreft de mogelijkheid om bij het EHRM prejudicieel advies in te winnen. Die mogelijkheid bestaat in strafzaken nog niet, maar het WODC heeft er in een rapport krachtig voor gepleit. De derde opmerking betreft de vlucht die het aantal zaken dat op basis van art. 80a RO wordt afgedaan heeft genomen. Meer dan 60% van alle strafzaken wordt in cassatie op basis van dat wetsartikel afgeschoten. Doorgaans zelfs zonder dat een conclusie van de AG is genomen. Betreurenswaardig. Het zegt veel over de kwaliteit van […]
2 februari 2017

Het belang van het aanwezigheidsrecht

Een ogenschijnlijk simpele kwestie. Tenminste als je het Wetboek van Strafvordering raadpleegt en als exclusieve bron gebruikt. Er was beroep ingesteld, maar op de zitting waren verdachte noch zijn raadsvrouw aanwezig. Het Hof vroeg de griffier telefonisch contact op te nemen met het kantoor van de raadsvrouw. Niet beslist op telefonisch aanhoudingsverzoek van secretaresse van raadsvrouw. De griffier kreeg de secretaresse aan de lijn, die liet weten dat de zittingsdatum niet goed in de agenda van de advocate was vermeld. Vervolgens vroeg de secretaresse om aanhouding. Maar het Hof verleende verstek en negeerde dat verzoek. Verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard. Hij had geen bezwaren opgegeven tegen de veroordeling door de rechtbank en het Hof zag geen aanleiding om de zaak inhoudelijk te behandelen. Dat laatste lijkt op grond van het Wetboek van Strafvordering de aangewezen weg. De artt. 328 en 331 Sv – die in appel o.g.v. art. 415 Sv, van toepassing zijn, laten aan duidelijkheid niets te wensen over. De verdachte en zijn advocaat kunnen om aanhouding verzoeken. Maar dan moeten zij uiteraard wel weten wanneer de zitting is. Dat hadden zij uiteraard kunnen weten, maar niet uitgesloten kan worden dat de foutieve agendering door de secretaresse is gemaakt. Hoe […]