In een eerdere column op crimesite gaf ik al een schot voor de boeg. De vele (vermeende) slachtoffers van Robert M. hebben geen spreekrecht en de ouders ook niet. Daarmee kun je het hartgrondig eens of oneens zijn, maar de wetgever heeft het nu eenmaal zo geregeld. Hierin komt verandering, maar dat is toekomstmuziek. Handen af dus van dat spreekrecht, hoe zeer je het de ouders ook zou gunnen. Waarom heeft dan de rechtbank het risico genomen om die wettelijke regeling uit te breiden? Natuurlijk, het is een sympathieke gedachte, maar het is ook koren op de molen van de verdediging. Want een rechter die op de stoel van de wetgever gaat zitten, gaat zijn boekje te buiten. In mijn column schreef ik al dat de rechtbank Amsterdam door deze wilde beslissing haar eigen rechterlijke onpartijdigheid op het spel zet. En zie daar, vanmiddag is de rechtbank door de advocaten van Robert M. gewraakt. Verdedigingstechnisch en strategisch gezien een voor de hand liggende zet. Het verzoek zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid worden afgewezen. Daarvoor ligt de zaak te gevoelig en is invloed van de media te groot. Leg het maar eens uit aan de buitenwacht dat je de […]