Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

3 april 2012

Amsterdamse zedenzaak: complicaties bij toewijzing schadevergoeding

Advocaat Richard Korver heeft tot nu toe het geluk aan zijn zijde. Het zij hem gegund. Hij is kundig en verdedigt zijn cliënten met verve. In en buiten de rechtszaal. Door de aard van deze bizarre  zaak is iedereen vanzelfsprekend op zijn hand en heeft hij de wind mee. Dat bleek al in het begin van de zaak toen de rechtbank in strijd met letter en geest van de wet preludeerde op een wetsvoorstel en oordeelde dat ook de ouders van de jeugdige slachtoffer van Robert M. en Richard van O. het spreekrecht toekwam. Dat was juridisch gezien op zijn zachtst gezegd aanvechtbaar omdat de wetgever aan zulke jonge slachtoffertjes geen spreekrecht toekent en de ouders per definitie dus ook gen afgeleid spreekrecht hebben. Maar het verzoek van Korver en de beslissing van de rechtbank konden begrijpelijkerwijs op veel bijval rekenen. Ik vraag mij echter af of hierover het laatste woord is gezegd. Maandag diende Korver een verzoek tot schadevergoeding in. Bij Pauw en Witteman legde hij uit dat de immateriële schade is gerelateerd aan 1. de inbreuk op het recht op lichamelijke integriteit 2.  de verstoring van het recht op gezinsleven en 3. de inbreuk op de privacy door […]
13 maart 2012

Uitspraak Hoge Raad laat geen ruimte voor spreekrecht ouders in zaak Robert M.

  Terwijl de wrakingskamer van de rechtbank Amsterdam broedt op de beslissing over het verzoek om wraking, laait de discussie hierover in de media op. Daarbij staat een recente uitspraak van de HR in het middelpunt van de belangstelling. In HR 6 maart 2012 (LJN: BR1149) etaleert de Hoge Raad in het voetspoor van Advocaat-Generaal  Silvis zijn visie op de wettelijke regeling van het spreekrecht van slachtoffers en nabestaanden. Het ging in deze zaak om de vriendin van een bejaarde vrouw die om het leven was gebracht . Aan haar werd de gelegenheid gegund om haar gevoelens ten overstaan van de rechters onder woorden te brengen. Niet als getuige, maar als slachtoffer. Dat heeft uiteraard invloed op de straftoemeting. Maar de Hoge Raad brak de staf hierover en deed dat, een week voor de zaak Robert M. diende, in niet mis te verstane bewoordingen. Vanzelfsprekend is de zaak waarover de HR op 6 maart j.l. moest oordelen van een andere aard dan de zaak tegen Robert M.. Strafzaken verschillen per definitie nu eenmaal altijd van elkaar. Volgens sommigen (de verdediging van Robert M.) zou hieruit niettemin blijken dat  de HR het speekrecht  voorbehoudt aan degenen die daartoe door de wetgever […]
12 maart 2012

Wraking rechtbank Robert M. zat er aan te komen

  In een eerdere column op crimesite gaf ik al een schot voor de boeg. De vele (vermeende) slachtoffers van Robert M. hebben geen spreekrecht en de ouders ook niet.  Daarmee kun je het hartgrondig eens of oneens zijn, maar de wetgever heeft het nu eenmaal zo geregeld. Hierin komt verandering, maar dat is toekomstmuziek. Handen af dus van dat spreekrecht, hoe zeer je het de ouders ook zou gunnen. Waarom heeft dan de rechtbank het risico genomen om die wettelijke regeling uit te breiden? Natuurlijk, het is een sympathieke gedachte, maar het is ook koren op de molen van de verdediging. Want een rechter die op de stoel van de wetgever gaat zitten, gaat zijn boekje te buiten. In mijn column schreef ik al dat de rechtbank Amsterdam door deze wilde beslissing haar eigen rechterlijke onpartijdigheid op het spel zet. En zie daar, vanmiddag is de rechtbank door de advocaten van Robert M. gewraakt. Verdedigingstechnisch en strategisch gezien een voor de hand liggende zet. Het verzoek zal met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid  worden afgewezen. Daarvoor ligt de zaak te gevoelig en is invloed van de media te groot. Leg het maar eens uit aan de buitenwacht dat je de […]
15 december 2011

Beslissing spreekrecht in zaak Robert M. juridisch ondeugdelijk en riskant

De rechtbank Amsterdam gunt de ouders van de slachtoffers van Robert M. het spreekrecht.  Maar een wettelijke basis daarvoor bestaat niet. Sterker nog: de wetsystematiek verzet zich tegen het toekennen van een dergelijk (afgeleid) spreekrecht en een wetsvoorstel om dat spreekrecht wel te regelen is nog in de maak. Volgens de rechtbank zou er sprake zijn van een “uitzonderlijke situatie”, die deze beslissing rechtvaardigt. De reden is dat naleving van de wet in dit geval een ongewenste situatie op zou leveren, aldus de rechtbank. Vrijwel alle slachtoffers in de zedenzaak zijn namelijk zeer jong en niet in staat zich uit te drukken. Strikte naleving van de wet zou daarom tot ongewenste resultaten leiden en derhalve komt de ouders van de zeer jonge slachtoffers spreekrecht toe. Daarmee begeeft de rechtbank zich op glad ijs en ziet de rechtbank een elementaire wettelijke motveringseis over het hoofd. Zonder al te veel in techniek te vervallen, komt de wetgeving in essentie hierop neer. Sinds 2005 hebben slachtoffers en nabestaanden het spreekrecht gekregen. De regeling is tamelijk versnipperd over het Wetboek van Strafvordering verspreid en zal binnenkort worden herverkaveld. Slachtoffers en nabestaanden kunnen naar geldend recht hun zegje doen over de emotionele, psychische en sociale gevolgen die […]