Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

30 oktober 2014

De rechter onder curatele

“Hij staat onder toezicht”, monkelde de ene advocaat tegen de andere. Die “hij” is de voorzitter van de meervoudige strafkamer in Assen. Kennelijk iemand die het vak van voorzitter niet echt onder de knie heeft en door een andere, op dat gebied meer ervaren, rechter onder curatele is gesteld. Aan de leeftijd ligt het niet. De halfbakken voorzitter wordt getaxeerd op een jaar of zestig en heeft een ontspannen attitude. Dat laatste wijst toch op een zekere ervaring. Voorzitter zijn van een meervoudige kamer is een vak apart. Dat heb ik zelf zo ervaren en ik kon me er in die zin dus wel iets bij voorstellen. De voorzitter is de regisseur van de strafzitting. Een zitting die in ons strafrechtelijk systeem veel weg heeft van een toneelspel. Een Griekse tragedie als het ware. Met dit verschil dat de dialogen bijna allemaal zijn uitgeschreven en goeddeels worden voorgelezen. Verklaringen bij de politie van verdachte en getuigen. Dat was het wel zo’n beetje. Afgewisseld met een enkele spontane vraag van de voorzitter. En dat wordt dan weer allemaal braaf genotuleerd door de griffier. Tenminste dat nemen we aan. Want we vertrouwen elkaar blindelings, nietwaar?
24 oktober 2014

De regeling van de strafbeschikking nader bezien

Alleen al de aanhef is curieus. Titel VIa heeft het over “vervolging door een strafbeschikking”. Dat past bij de gedachte die ten grondslag ligt aan ons Wetboek van Strafvordering, te weten dat vervolging een fase in het strafproces is. Een soort gedraging waardoor de zaak aan het oordeel van de rechter wordt onderworpen. Niets is minder waar. Het vervolgingsbegrip waarvan de betekenis is ontleend aan art. 136 ORO wordt in deze titel gedenatureerd. De strafbeschikking is een beslissing die wordt genomen door, meestal, de officier van justitie en hoeft niet te worden gevolgd door een procedure bij de rechter (zie verderop). Het gaat om beslissingen die worden genomen door personen die niet met rechtspraak zijn belast. Ook al gaat het doorgaans om rechterlijke ambtenaren (art. 1 lid c Wet RO). Een op zijn zachtst gezegd merkwaardige, hybride rechtsfiguur. Dit te meer waar art. 113 GW de berechting van strafbare feiten opdraagt aan de rechterlijke macht. En om de verwarring compleet te maken voorziet titel VIa ook in het opleggen van een strafbeschikking door bijv. opsporingsambtenaren. Wetstechnisch en wetssytematisch is het een  juridisch vehicle. Maar het echte drama moet nog komen. Want niets is onmogelijk in politiek Den Haag. Daarbij leg […]
10 december 2013

Verwarring rond de zaak Rishi

Gisteren was de behandeling van de zaak over het doodschieten van de 17 jarige Rishi. De verdachte was een agent, die op de zitting anoniem bleef en als 001 werd aangeduid. Over het incident is veel geschreven. Wat betreft de feiten valt er niet veel aan toe te voegen. Voor een goed begrip toch een korte herhalingsoefening. Rishi had op het station een man bedreigd. De man meldde dit aan de politie en vertelde er bij dat Rishi mogelijk een vuurwapen bij zich zou hebben. Vrijwel direct waren drie agenten ter plaatse. Zij wilden Rishi aanhouden op grond van verdenking van bedreiging en het bezit van een wapen.   Rishi zette het op een lopen, onttrok zich daarmee aan de aanhouding en werd door een van de agenten in zijn nek of hals geraakt. Dodelijk. De agent werd na lang wikken en wegen vervolgd. Hij dacht dat Rishi gebruik wilde maken van een wapen en wilde hem in zijn benen schieten, maar dat liep fataal af. Achteraf bleek Rishi geen wapen te hebben. De media berichtten uitvoerig over deze zaak. Die verslaglegging bevatte fouten en ook de OvJ en de advocaat gingen, afgaande op de media, regelmatig de mist in. Misschien […]
23 september 2013

Als de politie in de fout gaat

In het AD van 23 september 2013 staat een artikel over een student die door een agent van de politie Rotterdam in elkaar werd geslagen. Het artikel staat niet op zichzelf. De laatste tijd ligt de politie behoorlijk onder vuur. Niet alleen wegens (onnodig) geweld tegen burgers, maar ook wegens het manipuleren van het opsporingsonderzoek. Soms in nauwe samenhang met het OM. Dan heb ik het over bijv. het beïnvloeden van getuigen, het opnemen van “aangepaste” verklaringen van verdachten in het p-v, het verdonkeremanen van ontlastend bewijs en het niet doorrechercheren van alternatieve scenario’s. Ybo Buruma, raadsheer van de HR, maakte van zijn hart geen moordkuil en pleitte in het Nederlands Juristenblad voor een “algehele kwaliteitscontrole”, daarbij met kennelijke instemming verwijzend naar VU-hoogleraar Borgers die voorstander is van een “inspectie-achtige instantie” die politiefouten inventariseert, aanbevelingen doet en eventueel individueel maatregelen neemt (Delikt en Delinkwent 2012/25). Naar het oordeel van NRC-journalist Folkert Jensma gaat dit niet ver genoeg. In zijn weblog in het NRC van 7 september j.l. hekelt hij met name de slappe aanpak door de rechter. Het artikel van Jensma behoeft correctie.