Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

17 april 2014

Mediacratisering brokkelt fundamenten strafrechtspleging af

Aan het geworstel met duiding, geruchten en feiten komt maar geen einde. De juwelierszaak in Deurne blijft onverminderd de aandacht trekken. Maar tot meer duidelijkheid leidt dat vooralsnog niet. Vooropgesteld dat het “juweliersechtpaar” wordt vervolgd, zal die duidelijkheid op de terechtzitting  moeten plaatsvinden. De plaats waar het hoort. Maar vooralsnog nemen, zoals steeds vaker het geval lijkt te zijn, de media het voortouw. Hetzij door met eigen berichten te komen, hetzij doordat OM en advocaten zich in de media doen horen. In de media kan iedereen zijn zegje doen, doet bijna iedereen ook zijn verhaal (vooral advocaten voelen zich vaak niet geremd) en de media, vaak niet gehinderd door kennis van zaken, doen er zelf ook graag een schepje bovenop. De gevolgen zijn dat er te vaak een gefragmenteerd en verkeerd beeld van een strafzaak ontstaat, dat mensen publiekelijk worden geslachtofferd en dat vooral rechters aan gezag inboeten. Dat laatste loopt soms langs een ingewikkelde weg. Een weg die door politiek Den Haag loopt. Want de Trias Politica bestaat al lang niet meer. We leven in een mediacratie en de macht en aantrekkingskracht van de media laten op veel plaatsen hun sporen achter. Soms verwoestende sporen.
20 december 2013

Trial by media (1): De zaak Paes

In een aantal artikelen ga ik nader in op de vraag tot hoever de media rechtens mag gaan bij het incrimineren van burgers. Die vraag is belangrijk en zal, in een mediacratie, steeds belangrijker worden. Het is de taak van een journalist om misstanden aan het licht te brengen, maar bij de uitoefening van die taak gelden grenzen. Zeker waar het gaat om burgers, die soms publiekelijk in diskrediet worden gebracht en die met de gevolgen daarvan tot in lengte van jaren kunnen worden geconfronteerd. Waar iedereen zich tegenwoordig “journalist” noemt en sommigen het internet zien als een vrijplaats om onder het mom van vrijheid van meningsuiting smaad en laster te plegen, is het belangrijk die grenzen scherp in het oog te houden.  Twee belangrijke verdragsrechten zijn hierbij in het geding: Het recht op privacy en het recht op vrijheid van meningsuiting (dat ik in het vervolg ook wel kortheidshalve als het recht op “persvrijheid” zal aanduiden). Het eerste recht is gewaarborgd in artikel 8 EVRM, het tweede in artikel 10 EVRM. Het spanningsveld tussen deze verdragsrechten wordt steeds pregnanter. Waar ligt de grens? Mijn bedoeling is om eerst een aantal spraakmakende zaken te bespreken. Zaken waarin de rechter een oordeel over deze centrale vraag heeft gegeven. Dergelijke oordelen […]
10 december 2013

Verwarring rond de zaak Rishi

Gisteren was de behandeling van de zaak over het doodschieten van de 17 jarige Rishi. De verdachte was een agent, die op de zitting anoniem bleef en als 001 werd aangeduid. Over het incident is veel geschreven. Wat betreft de feiten valt er niet veel aan toe te voegen. Voor een goed begrip toch een korte herhalingsoefening. Rishi had op het station een man bedreigd. De man meldde dit aan de politie en vertelde er bij dat Rishi mogelijk een vuurwapen bij zich zou hebben. Vrijwel direct waren drie agenten ter plaatse. Zij wilden Rishi aanhouden op grond van verdenking van bedreiging en het bezit van een wapen.   Rishi zette het op een lopen, onttrok zich daarmee aan de aanhouding en werd door een van de agenten in zijn nek of hals geraakt. Dodelijk. De agent werd na lang wikken en wegen vervolgd. Hij dacht dat Rishi gebruik wilde maken van een wapen en wilde hem in zijn benen schieten, maar dat liep fataal af. Achteraf bleek Rishi geen wapen te hebben. De media berichtten uitvoerig over deze zaak. Die verslaglegging bevatte fouten en ook de OvJ en de advocaat gingen, afgaande op de media, regelmatig de mist in. Misschien […]
23 september 2013

Als de politie in de fout gaat

In het AD van 23 september 2013 staat een artikel over een student die door een agent van de politie Rotterdam in elkaar werd geslagen. Het artikel staat niet op zichzelf. De laatste tijd ligt de politie behoorlijk onder vuur. Niet alleen wegens (onnodig) geweld tegen burgers, maar ook wegens het manipuleren van het opsporingsonderzoek. Soms in nauwe samenhang met het OM. Dan heb ik het over bijv. het beïnvloeden van getuigen, het opnemen van “aangepaste” verklaringen van verdachten in het p-v, het verdonkeremanen van ontlastend bewijs en het niet doorrechercheren van alternatieve scenario’s. Ybo Buruma, raadsheer van de HR, maakte van zijn hart geen moordkuil en pleitte in het Nederlands Juristenblad voor een “algehele kwaliteitscontrole”, daarbij met kennelijke instemming verwijzend naar VU-hoogleraar Borgers die voorstander is van een “inspectie-achtige instantie” die politiefouten inventariseert, aanbevelingen doet en eventueel individueel maatregelen neemt (Delikt en Delinkwent 2012/25). Naar het oordeel van NRC-journalist Folkert Jensma gaat dit niet ver genoeg. In zijn weblog in het NRC van 7 september j.l. hekelt hij met name de slappe aanpak door de rechter. Het artikel van Jensma behoeft correctie.