Een redelijk onbenullige zaak is naar mijn indruk vaak geschikt om principiële discussies op scherp te zetten. Die discussie spitst zich in casu toe op de fundamentele vraag of een verdachte recht heeft op bijstand van een advocaat wanneer hij door de politie wordt verhoord. En de zaak is inderdaad tamelijk pietluttig. Verdachte is bij arrest van 1 augustus 2011 door het Gerechtshof te Amsterdam wegens het in bezit hebben van een reisdocument, waarvan hij redelijkerwijs moest vermoeden dat dit vervalst is, veroordeeld tot een geldboete van € 100,-. Daar val je niet van achterover. Maar het zit de verdachte kennelijk hoog en hij gaat in cassatie. De verdachte, een Amerikaanse piloot, ontkent in alle toonaarden dat zijn paspoort vals is en klaagt o.a. over het feit dat door het Hof voor het bewijs gebruikt werd gemaakt van zijn tegenover de politie afgelegde verklaring. Daarin had hij gezegd dat hij een verlopen chinees visum uit zijn paspoort had verwijderd omdat hij de tijd niet had om een nieuw paspoort te verkrijgen. Het paspoort was daardoor beschadigd en dat is strafbaar. Hij was niet in de gelegenheid gesteld om voorafgaande aan dat verhoor een advocaat te consulteren. Op 26 november 2013 neemt […]