Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

13 augustus 2009

Het Openbaar Ministerie en het shoppen van rechters

  De voorzitter van de rechtbank bepaalt, op het verzoek en de voordracht van de officier van justitie, de dag der terechtzitting. Zo staat het in de wet, om precies te zijn in artikel 258 lid 6 Wetboek van Strafvordering. Door artikel 415 Wetboek van Strafvordering is deze bepaling in hoger beroep van overeenkomstige toepassing verklaart.  In vakjargon wordt dit het appointeren van de strafzaak genoemd. De praktijk wijkt af van de letter van de wet, in die zin dat het in de regel de voorzitter van de betreffende strafkamer is die op voorstel van en in overleg met de officier van justitie de dag van de terechtzitting bepaalt. Dat voorstel wordt vaak overgenomen of lichtelijk geamendeerd, bijvoorbeeld omdat het OM te veel zaken wil afdoen en te weinig tijd heeft uitgetrokken voor zaken waarin getuigen moeten worden gehoord. Mijn ervaring als raadsheer was dat het laatste nogal eens voorkomt. De rechter krijgt dan vrij onverwachts een krat met dossiers en een appointeringsvoorstel voorgeschoteld, waarbij verwacht wordt dat in enkele minuten en na het werpen van een zeer, zeer vluchtige blik op de dossiers, het voorstel wordt geaccordeerd of geamendeerd. Vanzelfsprekend is die officier van justitie op de hoogte van het zittingsrooster van […]
11 augustus 2009

De media als waakhond van de rechtsstaat

  Beeldvorming was belangrijk, is belangrijk en zal, naar het zich laat aanzien, steeds belangrijker worden. Ook in de rechtspleging en vooral in de strafrechtspleging, omdat misdaad nu eenmaal tot de verbeelding spreekt. Zeker misdaad in de vorm van moord en doodslag. Kranten en tijdschriften staan er vol van, de tv besteed er veel aandacht aan en de misdaadliteratuur of wat daarvoor doorgaat is bijna niet aan te slepen. Die beeldvorming heeft invloed en die invloed beperkt zich bepaald niet tot de direct betrokkenen en de krantenlezer en televisiekijker. Beeldvorming werkt opiniërend. Geheel terecht heben Stijn Franken en Chrisje Zuur in hun technisch-juridisch voortreffelijk pleidooi in de zaak Holleeder hier dan ook een punt van gemaakt. Holleeder was in de media al totaal afgeslacht en het zou naïef zijn om te menen dat rechters zich aan die beeldvorming niets gelegen laten liggen. Zeker niet omdat in ons bewijsstelsel de rechterlijke overtuiging een belangrijke rol speelt. Misschien wel de belangrijkste. En ook al zouden rechters van die beeldvorming afstand kunnen nemen, dan is het alleen al verdedigingsstrategisch gezien niet meer dan vanzelfsprekend om de rechters die over de zaak oordelen nog eens goed  te doordringen van het feit dat ook voor Holleeder de onschuldpresumptie in volle omvang van kracht is. […]
26 juli 2009

Trial by media

  Ook, of misschien moet ik zeggen, zelfs, misdaadverslaggeving is aan regels gebonden. Geschreven en ongeschreven regels. Die regels zijn de laatste tijd door de Straatsburgse rechters aangescherpt. Hierbij heeft een belangrijke rol gespeeld dat beeldvorming in de media invloed kan hebben op het verloop en de uitkomst van het strafproces. De grondgedachte van artikel 6 EVRM is dat er sprake is van een eerlijk proces en dat wordt uitgegaan van de onschuld van de verdachte. Die gedachte brengt mee dat het OM het bewijs voor de schuld van de verdachte moet leveren. Een verdachte is geen dader. Ook niet na een veroordeling. Eerst als de veroordeling in kracht van gewijsde is gegaan, mag de verdachte “dader” worden genoemd en mag er worden gesproken van een “veroordeelde”. Een ieder die met enige regelmaat kennis neemt van de wijze waarop in de media wordt bericht over strafzaken, weet dat deze regels massaal worden overtreden. Daarbij maakt het niet uit of het zoeklicht wordt gericht op een ‘kwaliteitskrant’ als de NRC of op De Telegraaf. Landelijke en regionale kranten, tijdschriften, radio- en televisieprogramma’s …. het is, om het plat te zeggen, één pot nat, al zijn er uiteraard gradaties. En wie zich op het […]
13 juli 2009

Een paar kilo bewijs, een bewezenverklaring en klaar is Kees

  Zo’n tien jaar geleden had het Hof Leeuwarden een forse “productieachterstand”. Twee raadsheren in vaste dienst waren overspannen en de kwantitatieve bezetting van de strafsector was destijds dusdanig dat daardoor een groot aantal strafzaken op de plank lag. Vanzelfsprekend ging het daarbij vooral om lopende verdachten. De oplossing kwam uit Den Haag. Drie raadsheren van het Hof’ Den Haag werden “overgevlogen” en stonden voor de taak de achterstand in te halen. Dat was, zo vernam ik van een toenmalige collega die nu werkzaam is bij de Hoge Raad, voor de Haagse rechters geen enkel probleem. In “no time”  was de achterstand weggewerkt. Dit tot genoegen van het Hof Leeuwarden en van het Haagse trio, dat een aangename tijd in de Friese hoofdstad doorbracht. Want de Hagenezen namen het er van en hadden kennelijk geen enkele last van stress. Onder het genot van een sigaar werden de zaken in een enorm tempo afgewerkt, terwijl de heren in een kamer zaten te delibereren.  Toen ik de rechtspraak van de afgelopen week las, moest ik aan dit verhaal denken. Van de 50 arresten die de Hoge Raad op 7 juli j.l. heeft gewezen ging het Hof in maar liefst 11 zaken in de fout en in […]