De omvang van het liquidatieproces is voor Nederlandse begrippen enorm: 11 verdachten, negen moorden, 170.000 afgeluisterde telefoongesprekken, meer dan 10.000 processen-verbaal, een procesdossier van 250 ordners, jarenlang opsporingsonderzoek, 50 gerechtelijke vooronderzoeken, ongeveer 1000 verhoren van getuigen en verdachten, vier rechters, vijf aanklagers en een bataljon advocaten. Het strafproces zal naar verwachting 14 maanden duren, waarbij gemiddeld drie keer per week een zittingsdag wordt gehouden. Niet ten onrechte wordt het proces dan ook wel als de “grootste strafzaak ooit” gekenschetst. De kosten zijn enorm en er staat voor de verdachten en het OM veel op het spel. Wat betreft het OM speelt vooral dat de vele onopgeloste liquidaties sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw in het criminele milieu uit een oogpunt van strafrechtshandhaving onverteerbaar waren en bijdroegen aan een beeld van een machteloos politie- en justitieapparaat, dat niet in staat was de georganiseerde misdaad effectief te bestrijden. Dat beeld moest worden gecorrigeerd, koste wat het kost. Het prestige van het OM is kennelijk heel wat waard. Het proces is inhoudelijk op 9 februari 2009 begonnen en we zijn nu pakweg zeven maanden verder. Zeven maanden die vooral in het teken hebben gestaan van rechters, advocaten en officieren van justitie, die met een zekere regelmaat met elkaar overhoop lagen. Daarbij lag het accent vooral op de onpartijdigheid […]