Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

14 november 2014

Volgen en verstoren

Voorkomen is beter dan genezen. Zeker als dat genezen veel tijd en geld kost. Zoiets zullen politie en justitie hebben gedacht toen ze op de proppen kwamen met het idee om “vergaande, niet eerder geprobeerde” maatregelen te gaan gebruiken in de strijd tegen liquidaties. De toverwoorden zijn “volgen” en “verstoren” en het accent ligt op het voorkomen van liquidaties. Preventie staat dus centraal. Op zichzelf een voor de hand liggende gedachte. Want wie alleen al het liquidatieproces volgt, zal zich verbazen over de hoeveelheid tijd en energie die de behandeling van dat proces in beslag neemt. Een behandeling die voor een belangrijk deel in beslag wordt genomen door het horen van kroongetuigen die zelf bij de liquidaties betrokken waren en een deels schimmige deal met politie en justitie hebben gesloten. Een lapmiddel omdat de getuigenbescherming buiten het blikveld van de rechter wordt gehouden en mede daardoor een juridisch gedrocht. Omgekochte getuigen die zelf verdachte zijn en er daardoor alle belang bij hebben een vertekend beeld te schetsen en naar de pijpen van politie en justitie te dansen. Schietschijven voor de verdediging. De uitkomst van het proces is dan ook uitermate onzeker. Dan maar kijken of er mogelijkheden zijn om liquidaties te […]
30 oktober 2014

De rechter onder curatele

“Hij staat onder toezicht”, monkelde de ene advocaat tegen de andere. Die “hij” is de voorzitter van de meervoudige strafkamer in Assen. Kennelijk iemand die het vak van voorzitter niet echt onder de knie heeft en door een andere, op dat gebied meer ervaren, rechter onder curatele is gesteld. Aan de leeftijd ligt het niet. De halfbakken voorzitter wordt getaxeerd op een jaar of zestig en heeft een ontspannen attitude. Dat laatste wijst toch op een zekere ervaring. Voorzitter zijn van een meervoudige kamer is een vak apart. Dat heb ik zelf zo ervaren en ik kon me er in die zin dus wel iets bij voorstellen. De voorzitter is de regisseur van de strafzitting. Een zitting die in ons strafrechtelijk systeem veel weg heeft van een toneelspel. Een Griekse tragedie als het ware. Met dit verschil dat de dialogen bijna allemaal zijn uitgeschreven en goeddeels worden voorgelezen. Verklaringen bij de politie van verdachte en getuigen. Dat was het wel zo’n beetje. Afgewisseld met een enkele spontane vraag van de voorzitter. En dat wordt dan weer allemaal braaf genotuleerd door de griffier. Tenminste dat nemen we aan. Want we vertrouwen elkaar blindelings, nietwaar?
24 oktober 2014

De regeling van de strafbeschikking nader bezien

Alleen al de aanhef is curieus. Titel VIa heeft het over “vervolging door een strafbeschikking”. Dat past bij de gedachte die ten grondslag ligt aan ons Wetboek van Strafvordering, te weten dat vervolging een fase in het strafproces is. Een soort gedraging waardoor de zaak aan het oordeel van de rechter wordt onderworpen. Niets is minder waar. Het vervolgingsbegrip waarvan de betekenis is ontleend aan art. 136 ORO wordt in deze titel gedenatureerd. De strafbeschikking is een beslissing die wordt genomen door, meestal, de officier van justitie en hoeft niet te worden gevolgd door een procedure bij de rechter (zie verderop). Het gaat om beslissingen die worden genomen door personen die niet met rechtspraak zijn belast. Ook al gaat het doorgaans om rechterlijke ambtenaren (art. 1 lid c Wet RO). Een op zijn zachtst gezegd merkwaardige, hybride rechtsfiguur. Dit te meer waar art. 113 GW de berechting van strafbare feiten opdraagt aan de rechterlijke macht. En om de verwarring compleet te maken voorziet titel VIa ook in het opleggen van een strafbeschikking door bijv. opsporingsambtenaren. Wetstechnisch en wetssytematisch is het een  juridisch vehicle. Maar het echte drama moet nog komen. Want niets is onmogelijk in politiek Den Haag. Daarbij leg […]
17 oktober 2014

De gammele achterdeur van de wietkweker

Al jaren tobt Nederland met een schizofrene situatie. Terwijl onder bepaalde voorwaarden softdrugs in coffeeshops mogen worden verkocht, ontbreekt beleid ten aanzien van de aanvoer van die drugs. De voordeur staat dus open, maar de achterdeur is potdicht. Of staat ‘ie toch op een kier? Dat laatste zou kunnen omdat de rechtbank Noord-Nederland in haar vonnis van 16 oktober 2014 twee professionele wietkwekers die over een reeks van jaren aan twee door de overheid gedoogde coffeeshops hadden geleverd, wel had veroordeeld, maar afzag van strafoplegging. Deze uitkomst heeft mijn sympathie omdat het een stap is in de richting van een gedoogbeleid voor de achterdeur. Zij het onder strikte voorwaarden (zie verderop). Maar het beleid blijft halfslachtig, zo niet ronduit hypocriet. Terwijl er wel juridische mogelijkheden lager om de zaak meer op scherp te zetten. Maar de verdediging liet die mogelijkheden liggen en de rechter ontbrak het aan moed en/of kunde. Klein bier was het niet. De twee verdachten teelden vanaf 2009 en deden dat bedrijfsmatig, professioneel en grootschalig. Zij gaven openheid van zaken aan politie, OM en belastingdienst en hielden zich verder keurig aan de regels. Geen uitkering, niet illegaal tappen van elektriciteit, een keurige administratie etc. De belastingdienst moet […]