Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

28 januari 2015

Seksueel misbruik en uitbuiting van minderjarigen: juridische kanttekeningen bij de loverboyzaak

 In Valkenburg werd eind vorig jaar een man betrapt die seks had met een meisje van 16. De “pooier” van het meisje zat in de badkamer van het hotel, vlakbij de kamer waar het meisje zich prostitueerde. Hij was 21 en dan ben je volwassen. Toch? Er werd gesproken van een “aanzienlijk” leeftijdsverschil. Via de GSM van het meisje kwam het OM op het spoor van 50 mannen. Klanten heette het. Al gauw werd het aantal van 50 in de media opgehoogd tot ongeveer 80. Alsof het een feit zou zijn dat deze mannen allemaal klant waren. Het OM opende de jacht op de vermeende klantenkring en kondigde aan hen thuis of op hun werk op te zoeken. Huwelijk naar de filistijnen en in de ww of bijstand. Aan de privacy geen boodschap, volgens OvJ Ten Kate, in het tv programma Jinek. Iemand die seksueel misbruik maakt van een minderjarige heeft geen privacy. Volgens Ten Kate dan. Juridische onzin, waarover later meer.
19 januari 2015

Moord in de verleden tijd

Het misdrijf moord wordt in het bijzonder gekenmerkt door het feit dat de dader “met voorbedachten rade” heeft gehandeld. Daarin verschilt moord ook van doodslag. Beide misdrijven hebben gemeenschappelijk dat is vereist dat iemand een ander “opzettelijk” van het leven heeft beroofd. Maar bij moord komt er dus iets bij. Moord is dus een doodslag + variant en de voorbedachte rade is in die verhouding een strafverzwarende omstandigheid. Daaruit vloeit voort dat “voorbedachte rade” iets anders is dan opzet. Voorbedachte rade is dan ook verenigbaar met alle vormen van opzet, inclusief voorwaardelijk opzet. Ook iemand die niet de bedoeling (“oogmerk”) heeft gehad een ander van het leven te beroven, maar willens en wetens door zijn handelen een groot risico neemt dat die ander wordt gedood (“voorwaardelijk opzet”), kan met voorbedachte rade hebben gehandeld. Gemeenschappelijk aan beide delictsbestanddelen is uiteraard wel dat moet worden bewezen dat verdachte op het moment van handelen aan die vereisten heeft voldaan. Over wat precies onder “voorbedachte rade” moet worden verstaan bestond en bestaat niet alleen in de praktijk van de strafrechtspleging verschil van mening. Of misschien moet ik zeggen dat er niet zozeer verschil van mening bestaat, maar vooral verschil in duiding. Die onduidelijkheid spits […]
18 december 2014

Dolle dinsdag voor Wilders

Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Maar kent zijn grenzen. Grenzen die met grote regelmaat worden overschreden door mensen die, vaak onder een pseudoniem of aka, op internet de meest grove beledigingen debiteren. Dat valt dan onder belediging, smaad, laster of discriminatie, dat in verschillende varianten strafbaar is gesteld. Een politicus mag zich meer permitteren dan een gewone burger. Dat is juridisch onomstreden en vindt bevestiging in een reeks uitspraken van het EHRM. In een politiek debat moet een politicus zijn opvattingen kenbaar kunnen maken, ook al zijn die grievend of schokkend. Dat laatste speelde een rol bij een strafzaak tegen de lijsttrekker van de Republikeinse Moderne Partij die in het kader van een verkiezingsdebat in 2010 in de Rode Hoed vergaande uitspraken deed over homoseksuelen.  Delano F. moet ze niet en maakte daar geen geheim van. Niet tijdens het debat en ook later niet toen hij voor de camera’s van AT5 werd geïnterviewd.
28 november 2014

Rechtsbijstand advocaat aan niet aangehouden verdachten

Terwijl de rechtspositie van de aangehouden verdachte tamelijk nauwkeurig in kaart is gebracht na het Salduz-arrest, is die van de niet-aangehouden meerderjarige verdachte met te veel mist omgeven. Het EHRM heeft tot nu toe geen duidelijkheid verschaft, de wetgever zwijgt in alle talen en dus ligt het weer op het bordje van de rechter. Zoals steeds vaker het geval is. En opnieuw probeert de rechter de wetgever tot spoed te manen, zij het in voorzichtige en subtiele bewoordingen. Want al is het een misverstand om in navolging van Montesquieu te spreken van “scheiding der machten”, van een zekere machtsverdeling is zonder meer sprake. En als het al van de rechter moet komen is het doorgaans de HR die het voortouw neemt. Zo ook in deze juridische problematiek. Al in 2009 gaf de HR (ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009/349) een belangrijk signaal af. Hij overwoog: “2.5. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, aan art. 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Uit de rechtspraak […]