Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

13 april 2015

Weekoverzicht uitspraken 20 maart 2015

Volg Wicher Wedzinga: Youtube Twitter LinkedIn  
1 april 2015

HR: Geen afgeleid bronbeschermingsrecht voor AIVD ambtenaren

Het arrest van de HR van 31 december 2015 gaat niet over het bronbeschermingsrecht van journalisten. Waar het over gaat is de vraag of AIVD-ambtenaren die geheime informatie deelden met journalisten een afgeleid bronbeschermingsrecht hebben. Kunnen zij zich beroepen op het feit dat inbreuk is gemaakt op het recht op bronbescherming van journalisten en dat dus het bewijs onrechtmatig is verkregen? Hebben zij een soort afgeleid recht op bronbescherming? Dat journalisten een recht hebben op bronbescherming is ontleend aan art. 10 EVRM (vrijheid van meningsuiting). In onze nationale wetgeving is daarover niets te vinden. Zelfs niet in de “Aanwijzing toepassing dwangmiddelen bij journalisten” omdat in die richtlijn van het OM slechts een algemeen toetsingskader wordt geschetst voor het strafrechtelijk optreden tegen journalisten. Maar in het voetspoor van het EHRM (de zaak Goodwin) heeft de HR geoordeeld dat een journalist in beginsel het recht heeft als getuige zijn bron te beschermen door te weigeren vragen die daarop betrekking hebben te beantwoorden. Die rechtspraak ziet dus op de bronbescherming in zaken waarin de journalist als getuige is opgeroepen. Het is uiteraard evident dat ook door bijv. afluisteren van journalisten bronnen kunnen worden achterhaald.  Ook dan worden journalisten echter beschermd door art. 10 EVRM en […]
24 maart 2015

De derde deal van Teeven

Er is iets zeer merkwaardigs aan de hand. Om te beginnen met de eerste deal tussen Teeven en Cees H.. Die uit 1998. In de voor akkoord getekende verklaring van 22 juni 1998 staat onder punt 4 dat het parket Amsterdam “positief zal adviseren” op een ingediend gratieverzoek. Niets mis mee. Want het OM adviseert altijd over een gratieverzoek. Een advies dat niet bindend is. Over gratie beslist de Koning na advies te hebben ingewonnen bij het OM en de rechters. Bij voorkeur de magistraten die destijds bij de veroordeling betrokken waren. In de praktijk wordt de beslissing genomen door ambtenaren van het Ministerie van Justitie. Zo heette dat destijds nog. Maar onder punt 6 van de overigens ook tekstueel opvallende overeenkomst staat “Een beslissing op een ingediend gratieverzoek zal onverwijld worden genomen”. Vreemd. Dat is toch het prerogatief van de Koning, lees het ministerie. Het OM staat daar buiten? Sterker nog: in de destijds geldende Richtlijn “deals met criminelen” was een gratiezegging zelfs uit den boze.
16 maart 2015

Misverstanden en vragen over de deal tussen Teeven en Cees H.

Na het aftreden van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven lijkt de politieke storm te zijn geluwd. Er komt nu een onafhankelijke onderzoekscommissie die de “deal tussen Teeven en Cees H. uit 2000 tegen het licht gaat houden. Een deal waarover Teeven zo zeer te spreken was, dat hij niet kon laten er tijdens de persconferentie waarin hij zijn aftreden bekend maakte nog een keer de loftrompet over te steken. Het was een “prachtige deal die hij voor “volk en vaderland” had gesloten. Jammer dan toch dat hij zich van die deal zo weinig kon herinneren.” Met name over de niet geringe tegenprestatie van het OM liet het geheugen van de Staatssecretaris hem in de steek. Misschien heeft dat mede te maken met het feit dat hij in 1998 ook al een deal met Cees H. had gesloten. Cees H. moest nog 3 jaar zitten wegens drugshandel en het OM wilde Cees H. financieel kaal plukken. Maar de ontnemingsvordering van, zo maak ik op uit de pers, maar liefst 500 miljoen gulden, stuitte op grote weerstand bij de rechter. Er was, zo roeptoeteren de media, alvast voor een bedrag van tussen de 6 en 7 miljoen beslag gelegd op buitenlandse rekeningen van Cees H.. […]