Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

9 september 2016

Across the border: Prosecutorial misconduct in de VS en in Nederland (1)

Even in gewoon Nederlands, want het wordt straks al technisch genoeg: We hebben het over officieren van justitie die zich procedureel misdragen. Dat kan zich op allerlei manieren manifesteren. Bijvoorbeeld door het beïnvloeden van getuigen, het misbruik maken van de media, het intimideren van verdachten om een bekentenis af te dwingen etc.. Het kan ook door het oneigenlijk gebruik maken van bepaalde strafvorderlijke bevoegdheden. Een huiszoeking zonder dat aan de wettelijke voorwaarden is voldaan (search warrant). In Nederland spreken we dan al gauw van “vormfouten”, een misleidende, want eufemistische term. Dergelijke aberraties komen uiteraard ook in de VS voor. Wie onlangs de spraakmakende serie Making a murderer heeft gezien zag daarvan een kras voorbeeld.  De jonge, zwak begaafde neef van de hoofdverdachte werd door de politie ronduit misleid, met als doel om zijn oom er bij te lappen. Inmiddels is de bekentenis van deze jongen, die door de state courts was veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf met de mogelijkheid van parole in 2048, door een beslissing van een federal court in de prullenmand beland, maar omdat een prosector in beroep is gegaan zit hij nog steeds vast. Het federale veto kan worden verklaard door het feit dat in de VS state […]
23 augustus 2016

Cybercrime en terrorisme: het armageddon van de toekomst?

          James Comey (Director FBI)   Na de verschrikkelijke gebeurtenissen in o.a. Parijs en Brussel en vooral niet te vergeten de massaslachtingen in Syrië en Beiroet, is de aandacht meer dan voorheen gevestigd op het terrorisme van radicale moslimgroeperingen, zoals ISIS. Aan dit gebeurtenissen en alle verschrikkingen die dit soort beesten hebben aangericht, lijkt een strategie ten grondslag te liggen. En ook al is dat niet het geval, het is meer dan ooit zaak om alles in het werk te stellen om deze vorm van terrorisme de kop in te drukken. Rechtsstatelijke offers zijn daarbij onvermijdelijk, waarbij ik vooral denk aan het recht op privacy. Dat recht zal onvermijdelijk aan inflatie onderhevig moeten worden gemaakt. Safety first, al is het uiteraard zaak om het veiligheidsconcept te definiëren en niet te verabsoluteren. Bij dit alles is de impact die deze rituele slachtingen hebben door de aandacht in de social media en in de mainstreammedia van cruciaal belang. Want daar is het dit soort groeperingen vooral om te doen: ontwrichten van de samenleving, het zaaien van angst en paniek. En in de huidige tijd zijn zeker de mainstreammedia gericht op sensatie en kijkcijfers dan wel oplagecijfers. Om het […]
4 augustus 2016

Europese Hof legt persvrijheid aan banden

Het EHRM legt de persvrijheid meer en meer aan banden. Ik heb het dan over berichtgeving in strafzaken. Altijd al een smeuïg onderwerp voor menig journalist. Het spreekt tot de verbeelding, krikt de oplagecijfers c.q. kijkcijfers omhoog en kennis van zaken lijkt nauwelijks een rol van betekenis te spelen. Al ruim voordat de rechter zich op de zitting over de strafzaak heeft gebogen, wordt de zaak in de pers breed uitgemeten. Sporadisch komt een deskundige aan het woord. Meestal gaat het dan om deskundigen die door ingewijden niet echt serieus worden genomen. Waar het om gaat is dat die deskundige in staat is om in een paar pakkende volzinnen de zaak te simplificeren. Dergelijke simpele zielen zijn zeldzaam, maar in de kaartenbak van de journalist bekleden ze een vooraanstaande positie. De kwadratuur van het simplisme. Er kleven tal van gevaren aan deze vorm van journalistiek. En in toenemende mate stelt het EHRM er grenzen aan. Een goed voorbeeld is de zaak Bédat vs Switzerland, waar de Grand Chamber van het Europese Hof een unieke en (bewust?) onderbelichte uitspraak heet gedaan. De zaak dateert van 29 maart 2016 (application number 56925/08). Terwijl het (vertrouwelijke) opsporingsonderzoek nog volop gaande was, publiceerde Bédat […]
15 juni 2016

De dynamische verkeerscontrole en proactieve opsporing

Vorige week is er veel te doen geweest over een conclusie van AG Harteveld. Die conclusie betrof de vraag of een dynamische verkeerscontrole juridisch door de beugel kon. In het kader van een dergelijke controle wordt gebruik gemaakt van de controlebevoegdheden die zijn gebaseerd op art. 160 WVW 1994 met het doel om na te gaan of er mogelijk sprake is van strafbare feiten. Een soort strafvorderlijke fishing expedition. In de kern gaat het in deze zaak om de vraag of de overheid gebruik mag maken van controlebevoegdheid (mede) in het kader van “proactieve” opsporing. Het Hof dat enigszins slordig spreekt van “opsporing” kwam tot de slotsom dat de overheid over de schreef was gegaan. De AG meende van niet. En het laatste woord is nu aan de Hoge Raad. Een resume van de casus levert het volgende beeld op. Na een briefing waarin werd afgesproken dat een dynamische verkeerscontrole zou worden gehouden om criminelen af te schrikken, zagen verbalisanten op een “sleutelplaats” een “opvallend dure” BMW waarin zich, naar de opvatting van de verbalisanten, wat onorthodoxe inzittenden bevonden rijden en besloten zij een stopteken te geven en de bestuurder staande te houden. Een van de verbalisanten deed vervolgens via […]