Het liquidatieproces, ook wel Passage genoemd, illustreert in toenemende mate hoe ver ons strafrechtssysteem verwijderd is van wat een fair trial in de zin van artikel 6 EVRM hoort te zijn. De verdediging wordt in wezen nagenoeg buiten spel gezet, de rechter is door de wetgever aan de zijlijn geparkeerd en het OM kan doen en laten wat het wil. De tussenbeschikking van het Hof Amsterdam op 21 september jl. (ECLI:NL:GHAMS:2015:3882)is de zoveelste akte in een “toneelstuk” waarvan de afloop al bekend lijkt te zijn. In deze beschikking gaat het vooral over de bescherming van kroongetuigen. En die die kroongetuigen vervullen een cruciale rol in dit slepende en fragmentarische proces. Want vooral op basis van de verklaringen van kroongetuige Peter la S. is een aantal verdachten tot langdurige gevangenisstraffen veroordeeld. Sommigen kregen zelfs levenslang.