Terwijl minister Plasterk zich prepareert op de Kamervragen die morgen worden gesteld over het registreren van 1,8 miljoen telefoontjes door de Nederlandse inlichtingendiensten, lees ik zojuist op teletekst dat de advocaten Knoops en Ruperti opheldering willen over het afluisteren door de MIVD en hun persoonsgegevens opvragen. Zij gaan er van uit dat vertrouwelijke gesprekken met cliënten worden afgeluisterd en willen het naadje van de kous weten. Het gaat hierbij om twee verschillende zaken. Het afluisteren van telefoongesprekken is iets anders dan het registreren van gesprekken. Bij het laatste gaat het om het verzamelen van gegevens. Wie heeft met wie gebeld. Maar in beide gevallen is de privacy van burgers in het geding. In het ene geval misschien meer dan in het andere, maar zelfs dat is de vraag. Afluisteren is strafbaar en het recht op privacy respectievelijk vrijheid van meningsuiting wordt o.a. door de artikelen 8 en 10 EVRM beschermd. Maar al die bepalingen zeggen bitter weinig.