Toen Hans Westenberg nog rechter was ontving hij via het bedrijf van zijn echtgenote juridische opdrachten van het advocatenkantoor Houthoff Buruma. Hij werd voor zijn financiële adviezen riant betaald. Het zou gaan om een totaalbedrag van ongeveer 70.000 euro. Te gek om los te lopen natuurlijk. Een advocatenkantoor dat een rechter inhuurt en een rechter die zich op slinkse wijze via het bedrijf van zijn echtgenote laat betalen. Voor Deken Ger Kemper reden om het Houthoff Buruma voor de tuchtrechter te slepen. Niet vanwege “omkoping”, zoals wel wordt gesuggereerd, maar omdat de integriteit van de advocatuur in het geding is. En in dit geval ook de integriteit van de rechterlijke macht. Het kantoor zal met zijn adviseur nog regelmatig in de rechtszaal hebben gezeten. Dan ging het, naar ik aanneem, om andere zaken, maar niettemin. Misschien nog wel het meest “opvallend” is dat er van de zijde van de zittende magistratuur nimmer iets is ondernomen. Niets tegen de rechtbank, die het misschien wist en tolereerde of in ieder geval niet controleerde. En ook niet tegen hun toenmalige confrère Westenberg. Het woord opvallend is natuurlijk een eufemisme. Het stinkt.