Frits Bakker, voorzitter van de Raad voor de rechtspraak, hekelt de wijze waarop politici vanuit hun behoefte om snel te scoren en een daadkrachtige indruk te maken, soms slordige en ondoordachte wetgeving opstellen, die niet strookt met de normen en waarden van onze rechtsstaat. Als voorbeeld noemt hij het wetsvoorstel om mensen direct op te sluiten als de rechter ze heeft veroordeeld tot minimaal een jaar gevangenisstraf, ook als ze in hoger beroep gaan en wellicht alsnog worden vrijgesproken. Een goed voorbeeld omdat het voorstel strijdig is met de onschuldpresumptie. Een presumptie die stoelt op de gedachte dat iemand die niet onherroepelijk is veroordeeld, voor onschuldig moet worden gehouden. Zo iemand is verdachte en geen veroordeelde. Het wetsvoorstel is het zoveelste product van het regenteske duo Opstelten en Teeven, dat in een mum van tijd de toch al toch al minimale rechtsstatelijke (wat is dat trouwens?) status die ons land zo schijnheilig en krampachtig probeert op te houden, om zeep heeft geholpen.