Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

6 maart 2015

Weekoverzicht uitspraken 6 maart 2015

  Zes uitspraken van de HR op een rijtje. Een over de vraag wanneer een toelichting op de cassatieschriftuur nodig is (ECLI:NL:HR:2015:5110). Natuurlijk de uitspraak over het alcoholslot (ECLI:NL:HR:2015:434), maar ook over de vraag of een toezegging door een hoofdagent van politie consequenties heeft voor het vervolgingsrecht van het OM (ECLI:NL:PHR:2015:86) en over art. 423 lid 2 Sv (wanneer moet appelrechter terugwijzen omdat niet over de hoofdzaak is beslist). En last but not least over eendaadse of meerdaadse samenloop tussen schuldheling en witwassen (ECLI:NL:HR:2015:501) en de verhouding R-C en zittingsrechter  (ECLI:NL:HR:2015:5050). Die laatste uitspraak is belangrijk voor de advocatuur.  —————————————————————————————– Abonneren op Wicher Wedzinga’s You Tube kanaal: https://www.youtube.com/channel/UCvF9yx9zkUPHNUKG83JEUJw   Of volg Wicher Wedzinga: http://www.twitter.com/wicherwedzinga  
12 februari 2015

De lappendeken van rechtsmiddelen tegen beslissingen over voorlopige hechtenis

Op 10 februari 2015 heeft de HR op vordering van AG Knigge een aantal beslissingen genomen die enige verduidelijking brengen in het stelsel van rechtsmiddelen tegen rechterlijke beslissingen over de voorlopige hechtenis. Die verduidelijking was hoognodig omdat het in de praktijk soms onduidelijk is of, en zo ja, welk rechtsmiddel open staat. Het is dan ook de vraag of nog wel van een stelsel gesproken kan worden. Over een aantal anomalieën in de regeling wordt hieronder ingegaan. In de inleidende video passeren alle zaken waarover de HR op 10 februari j.l. in het kader van de vorderingen tot cassatie in het belang der wet heeft beslist, de revue.
19 januari 2015

Moord in de verleden tijd

Het misdrijf moord wordt in het bijzonder gekenmerkt door het feit dat de dader “met voorbedachten rade” heeft gehandeld. Daarin verschilt moord ook van doodslag. Beide misdrijven hebben gemeenschappelijk dat is vereist dat iemand een ander “opzettelijk” van het leven heeft beroofd. Maar bij moord komt er dus iets bij. Moord is dus een doodslag + variant en de voorbedachte rade is in die verhouding een strafverzwarende omstandigheid. Daaruit vloeit voort dat “voorbedachte rade” iets anders is dan opzet. Voorbedachte rade is dan ook verenigbaar met alle vormen van opzet, inclusief voorwaardelijk opzet. Ook iemand die niet de bedoeling (“oogmerk”) heeft gehad een ander van het leven te beroven, maar willens en wetens door zijn handelen een groot risico neemt dat die ander wordt gedood (“voorwaardelijk opzet”), kan met voorbedachte rade hebben gehandeld. Gemeenschappelijk aan beide delictsbestanddelen is uiteraard wel dat moet worden bewezen dat verdachte op het moment van handelen aan die vereisten heeft voldaan. Over wat precies onder “voorbedachte rade” moet worden verstaan bestond en bestaat niet alleen in de praktijk van de strafrechtspleging verschil van mening. Of misschien moet ik zeggen dat er niet zozeer verschil van mening bestaat, maar vooral verschil in duiding. Die onduidelijkheid spits […]
28 november 2014

Rechtsbijstand advocaat aan niet aangehouden verdachten

Terwijl de rechtspositie van de aangehouden verdachte tamelijk nauwkeurig in kaart is gebracht na het Salduz-arrest, is die van de niet-aangehouden meerderjarige verdachte met te veel mist omgeven. Het EHRM heeft tot nu toe geen duidelijkheid verschaft, de wetgever zwijgt in alle talen en dus ligt het weer op het bordje van de rechter. Zoals steeds vaker het geval is. En opnieuw probeert de rechter de wetgever tot spoed te manen, zij het in voorzichtige en subtiele bewoordingen. Want al is het een misverstand om in navolging van Montesquieu te spreken van “scheiding der machten”, van een zekere machtsverdeling is zonder meer sprake. En als het al van de rechter moet komen is het doorgaans de HR die het voortouw neemt. Zo ook in deze juridische problematiek. Al in 2009 gaf de HR (ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009/349) een belangrijk signaal af. Hij overwoog: “2.5. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, aan art. 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Uit de rechtspraak […]