Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

4 september 2014

De advocaat bij het politieverhoor: Salduz vs Dvorski?

Nederland en Ierland zijn, voor zover ik weet, de enige EU-landen waarin een advocaat niet het recht heeft om aanwezig te zijn bij het politieverhoor. En dat terwijl tijdens politieverhoren verdachten vaak belastende verklaringen afleggen die voor het bewijs worden gebruikt. De HR keurt deze praktijk goed omdat de rechtspraak van het EHRM niet dwingt  tot de conclusie dat de advocaat zijn cliënt mag bijstaan. Richtinggevend hierbij zijn twee uitspraken van het EHRM. Het eerste is al een oudje. In 1993 kende het EHRM proactieve werking toe aan artikel 6 lid 3 EVRM. (Imbriosca v. Switzerland, judgment of 24 November 1993, § 36). Het recht op rechtsbijstand  gold ook voor “pre-trial proceedings”. In 2008 ging het EHRM een stapje verder, al hield hij allerlei slagen om de arm.  In het Salduz-arrest (Salduz v. Turkey, Grand Chamber judgment of 27 November 2008, § 55) werd door de Grand Chamber overwogen: « [I]n order for the right to a fair trial to remain sufficiently “practical and effective” …, Article 6 § 1 [of the Convention] requires that, as a rule, access to a lawyer should be provided as from the first interrogation of a suspect by the police, unless it is demonstrated in the […]
11 maart 2014

De zaak Karaman: ongelijktijdige berechting en onschuldpresumptie

In de zaak Karaman draait het om de vraag hoe de ongelijktijdige berechting van medeverdachten zich verhoudt tot de onschuldpresumptie van artikel 6 lid 2 EVRM. Toen Karaman in Duitsland voor de rechter moest verschijnen waren de medeverdachten al veroordeeld en werd in het vonnis de rol van Karaman belicht. Dat moest ook wel omdat het bewijs tegen een van de medeverdachten daarop leunde. Geen wonder dat Karaman meende dat hij geen schijn van kans had. Eigenlijk lag zijn veroordeling immers al besloten in de bewijsmotivering van de zaak tegen de medeverdachten? En dus ging Karaman nadat hij in Duitsland was “uitgeprocedeerd” naar Straatsburg en klaagde over schending van de onschuldpresumptie. Dergelijke situaties doen zich ook in Nederland met grote regelmaat voor. Gelijktijdige berechting van medeverdachten is niet altijd mogelijk. Dat wringt, vooral bij artikel 140 Sr. De leden van de criminele organisatie worden vaak al met naam en toenaam in de tenlastelegging genoemd en bij een veroordeling van de verdachten die op dat moment terecht staan, is het vaak onvermijdelijk om in het vonnis ook melding te maken van de mate van betrokkenheid van de verdachte die nog voor moet komen. Daarbij past voorzichtigheid, zegt het EHRM in de zaak […]
7 februari 2014

De zaak Afanasyev: recht op bijstand advocaat voor aanhouding

De uitspraak van de HR over het recht op rechtsbijstand bij een politieverhoor komt steeds dichterbij. De uitspraak is uitgesteld tot 1 april 2014. Vermoedelijk omdat het om een principiële en belangrijke, maar cassatie technisch tevens ingewikkelde zaak gaat, waarbij de Hoge Raad zelfs de mogelijkheid heeft om het arrest van het Hof vanwege een motiveringsgebrek te casseren en met een bocht om de kernvraag heen te gaan. Maar ook als de HR dat doet, zal dat in mijn ogen fundamentele recht vroeger of later in ons strafvorderlijk stelsel zijn beslag krijgen. Het meest chique zou zijn dat de wetgever het regelt. Maar van het duo Opstelten en Teeven hoeven we op dit punt niet veel te verwachten. En de Europese richtlijn geeft de wetgever nog ongeveer drie jaar de tijd om dat recht vorm en inhoud te geven. Het zal, zoals zo vaak, van het EHRM moeten komen. Maar dan wel in een beslissing die ons land dwingt dat recht, buiten de wetgever om, onmiddellijk in de praktijk te brengen. Zoals vroeger bijv. is gebeurd in de zaak Lala en Pellodoah. Van de ene op de andere dag werd een gemachtigde advocaat, wiens cliënt niet op de zitting aanwezig […]
22 november 2013

Statistisch overzicht EHRM 1959-2012

Het EHRM heeft in een statistisch overzicht over de jaren 1959-2012 een beeld geschetst van het aantal zaken en mensenrechtenschendingen van de aangesloten verdragsstaten. op een dergelijk overzicht valt uiteraard veel af te dingen. De cijfers zijn betrekkelijk. Maar niettemin de moeite waard. De belangrijkste feiten op een rijtje. Dat Turkije met 2870 klachten koploper is, zal bij menigeen geen verbazing wekken. Van die 2870 klachten werden maar liefst 2521 (deels) gegrond verklaard. Meestal ging het daarbij om schendingen van een fair trial. Runner up is Italië, dat 2229 klachten om de oren kreeg, waarvan 1687 doel troffen. Opvallend daarbij is dat vooral de behandeling van strafzaken te lang duurt (1171 gevallen). Kennelijk een groot probleem bij onze zuiderburen. Met hetzelfde probleem worstelt Oostenrijk en in meerdere mate Frankrijk. Dat laatste land moest zich in 877 zaken verdedigen en in 281 gevallen oordeelde het EHRM dat de berechting niet binnen een redelijke termijn had plaatsgevonden. Frappant is dat in landen als de UK, Spanje, Zweden en Zwitserland, Denemarken en Ierland zaken kennelijk wel snel worden afgedaan.  De (voormalige) Oostbloklanden komen er niet goed vanaf. Rusland (1346), Polen (1019), Roemenië (938), Oekraiene (893) en Bulgarije (501)moesten vaak op het matje komen en kwamen meestal niet […]