Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

8 november 2018

Gevangenneming tegen verdachten in voorarrest

Met enige regelmaat zorgt de regeling van het voorarrest voor juridische puzzels. Zo ook in de zaak die leidde tot de vordering tot cassatie in het belang der wet van 6 november 2018. Voordat ik de conclusie van de AG bespreek, is het van belang op te merken dat in het bijzonder voor regelingen die vrijheidsbeneming betreffen van belang is dat er minst genomen zo weinig mogelijk onduidelijkheid bestaat over de interpretatie en daarmee de toepassing van de regeling. Rechtseenheid, rechtszekerheid en rechtsbescherming vereisen in een land dat zich erop voorstaat een rechtsstaat te zijn, dat het opleggen van voorarrest niet tot willekeur leidt. Alleen daarom al is het een goede zaak dat de AG het voortouw neemt, als er wel verschil van opvatting is. En bij voorlopige hechtenis is cassatie in het belang der wet niet zelden het aangewezen middel. De vordering van de AG richtte zich tegen een beschikking van het Hof Arnhem-Leeuwarden. Uit die beschikking blijkt dat het Hof de opvatting huldigt dat een bevel tot gevangenneming niet mogelijk is wanneer de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt. Zelfs niet indien die voorlopige hechtenis voor een ander feit is opgelegd. Aan die opvatting ligt een discutabele interpretatie […]
10 oktober 2018

De wraking gewraakt

Op 25 september 2018 wees de Hoge Raad een arrest waarin regels worden gesteld voor de wraking als middel om partijdige rechterlijke beslissingen te voorkomen. Die regels snoeren het gebruik van dat middel in. Kennelijk heeft de Hoge Raad genoeg van de vloedgolf van wrakingsverzoeken, die in de ogen van menigeen vooral bedoeld zijn om de behandeling te vertragen. Misbruik van recht, zou je kunnen zeggen. Maar de uitspraak wordt, zo meen ik, door menig jurist misverstaan. Daarom is enige opheldering vereist. In de zaak ging het niet om wraking van de zittingsrechter, maar om wraking van de wrakingskamer. Het verzoek om wraking van die kamer werd “buiten behandeling gesteld” omdat het naar het oordeel van de wrakingskamer niet was bedoeld om de partijdigheid van de wrakingskamer aan de kaak te stellen, maar om uitstel te krijgen. En daarvoor is wraking niet bedoeld. En dat niet alleen: een voortvarende behandeling is ook in het belang van de verdachte, die immers onder de druk van een strafvervolging staat. Behandeling binnen een redelijke termijn eist soms zijn tol. De wrakingskamer van het Hof ging zelfs nog verder door te overwegen: “Vanwege dit misbruik zal de wrakingskamer tevens bepalen, dat volgende wrakingsverzoeken tegen […]
13 oktober 2017

Een advies met grote gevolgen voor de praktijk

Niet zelden blijft de wetgever in gebrek bij het ontwerpen van een regeling die een technisch-juridisch ingewikkelde materie betreft. Een voorbeeld hiervan is de regeling die wordt gebruikt om een verdachte die een dadelijk uitvoerbare voorwaarde heeft overtreden, hangende het hoger beroep voor de rechter te brengen om de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf te bevelen. Mag een rechter de vrijheidsbeneming van een verdachte bevelen op basis van een vonnis dat niet onherroepelijk is? Over die – ook voor de praktijk – belangrijke rechtsvraag heeft AG Knigge onlangs een doorwrocht advies geschreven, dat menig praktijkjurist zich eigen zou moeten maken. Dat advies heeft de juridische status van een vordering tot cassatie in het belang der wet. Het is dus “ook” voorlopig. De Hoge Raad kan er anders over denken. Maar dat zou mij verbazen. Zijn advies is meer dan verdedigbaar. Het is overtuigend en de Hoge Raad zal het volgen. De vordering is gericht tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland van 2 februari 2016 waarbij de gedeeltelijke tenuitvoerlegging is gelast van een eerder door diezelfde rechtbank grotendeels voorwaardelijk opgelegde straf, te weten jeugddetentie. Om misverstanden te vermijden dient voorop te worden gesteld dat het slechts ten dele de bevoegdheid van […]