Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

26 juli 2009

Trial by media

  Ook, of misschien moet ik zeggen, zelfs, misdaadverslaggeving is aan regels gebonden. Geschreven en ongeschreven regels. Die regels zijn de laatste tijd door de Straatsburgse rechters aangescherpt. Hierbij heeft een belangrijke rol gespeeld dat beeldvorming in de media invloed kan hebben op het verloop en de uitkomst van het strafproces. De grondgedachte van artikel 6 EVRM is dat er sprake is van een eerlijk proces en dat wordt uitgegaan van de onschuld van de verdachte. Die gedachte brengt mee dat het OM het bewijs voor de schuld van de verdachte moet leveren. Een verdachte is geen dader. Ook niet na een veroordeling. Eerst als de veroordeling in kracht van gewijsde is gegaan, mag de verdachte “dader” worden genoemd en mag er worden gesproken van een “veroordeelde”. Een ieder die met enige regelmaat kennis neemt van de wijze waarop in de media wordt bericht over strafzaken, weet dat deze regels massaal worden overtreden. Daarbij maakt het niet uit of het zoeklicht wordt gericht op een ‘kwaliteitskrant’ als de NRC of op De Telegraaf. Landelijke en regionale kranten, tijdschriften, radio- en televisieprogramma’s …. het is, om het plat te zeggen, één pot nat, al zijn er uiteraard gradaties. En wie zich op het […]
2 juli 2009

Hoge Raad te zuinig over rechtsbijstand verdachte voor politieverhoor

  Na het arrest van het EHRM in de zaak Salduz, waar ik in een eerder bericht aandacht aan heb geschonken, komt de Hoge Raad op 30 juni 2009 in een drietal arresten met de Nederlandse vertaalslag van de Straatsburgse uitspraak. Die vertaalslag is niet verrassend, want tamelijk terughoudend en in lijn met het advies van A-G Knigge. Waar het op neerkomt is dat de verdachte aan artikel 6 EVRM het recht ontleent vóór het eerste politieverhoor een advocaat te mogen consulteren en dat hij ook op dat recht dient te worden gewezen. Wanneer de verdachte voor het politieverhoor niet in de gelegenheid is gesteld een advocaat te consulteren, mag zijn bekennende verklaring in beginsel niet voor het bewijs worden gebruikt en dat geldt eveneens voor bewijsmateriaal dat is verkregen als een rechtsreeks gevolg van die verklaring.  Dat klinkt als een zuinige, maar heldere boodschap. Maar door het inbouwen van allerlei mitsen en maren wordt de boodschap door de Hoge Raad behoorlijk vertroebeld en dreigt er van het door de Hoge Raad toch al “ingesnoerde” recht op rechtsbijstand weinig over te blijven.
10 maart 2009

Artikel 6 EVRM en de noodzaak tot herinrichting van het vooronderzoek

  In de arresten EHRM 27 november 2008, 363931/02 (Salduz v. Turkey) en EHRM 11 december 2008, 4268/04 Panovits v. Cyprus) legt het EHRM eens te meer de bijl aan de wortels van ons strafrechtssysteem. De vraag die in deze arresten centraal stond, was of de verdachte recht heeft op rechtsbijstand tijdens het politieverhoor. Kort gezegd oordeelt het EHRM, dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de verdachte tijdens het politieverhoor recht heeft op “enige vorm” van rechtbijstand en dat, waar die rechtsbijstand heeft ontbroken, door de verdachte afgelegde verklaringen, die later door hem zijn betwist, niet tegen hem mogen worden “gebruikt”. Wordt van die verklaringen niettemin wel gebruik gemaakt, dan is volgens het EHRM geen sprake meer van een “eerlijke behandeling” of “fair tryal” in de zin van artikel 6 van het EVRM.  Op voorhand is duidelijk dat deze arresten van grote betekenis zijn voor de strafrechtspleging in ons land. Waar in een groot aantal landen van de Europese Unie de toegang van de advocaat bij het politieverhoor namelijk is toegestaan, is rechtsbijstand door een advocaat bij het politieverhoor in Nederland niet wettelijk geregeld en leert de praktijk dat de advocaat ook daadwerkelijk geen toegang wordt verleend, al zijn er inmiddels voorzichtige bewegingen in die […]