In de arresten EHRM 27 november 2008, 363931/02 (Salduz v. Turkey) en EHRM 11 december 2008, 4268/04 Panovits v. Cyprus) legt het EHRM eens te meer de bijl aan de wortels van ons strafrechtssysteem. De vraag die in deze arresten centraal stond, was of de verdachte recht heeft op rechtsbijstand tijdens het politieverhoor. Kort gezegd oordeelt het EHRM, dat als uitgangspunt heeft te gelden dat de verdachte tijdens het politieverhoor recht heeft op “enige vorm” van rechtbijstand en dat, waar die rechtsbijstand heeft ontbroken, door de verdachte afgelegde verklaringen, die later door hem zijn betwist, niet tegen hem mogen worden “gebruikt”. Wordt van die verklaringen niettemin wel gebruik gemaakt, dan is volgens het EHRM geen sprake meer van een “eerlijke behandeling” of “fair tryal” in de zin van artikel 6 van het EVRM. Op voorhand is duidelijk dat deze arresten van grote betekenis zijn voor de strafrechtspleging in ons land. Waar in een groot aantal landen van de Europese Unie de toegang van de advocaat bij het politieverhoor namelijk is toegestaan, is rechtsbijstand door een advocaat bij het politieverhoor in Nederland niet wettelijk geregeld en leert de praktijk dat de advocaat ook daadwerkelijk geen toegang wordt verleend, al zijn er inmiddels voorzichtige bewegingen in die […]