Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

30 maart 2008

“Vragen”? “Geen vragen”.

Het was ontroerend. Officier van Justitie mr. Oebele Brouwer die bij TV Noord met veel aplomb verklaart dat het Openbaar Ministerie geen knip voor de neus waard is wanneer het aangiftes van bedreiging en andere strafbare feiten laat liggen. Het Openbaar Ministerie heeft tot taak dan te ageren en zonder aanziens des persoons tot vervolging over te gaan. Ik kon mijn emoties nauwelijks de baas. Er zijn meer mensen die hun emoties nauwelijks de baas kunnen. Daarbij denk ik aan al die mensen die in de “Deventer Moordzaak” aangifte hebben gedaan van strafbare feiten die zijn gepleegd door leden van de politie en door leden van het Openbaar Ministerie en die maar niets horen, terwijl de bewijzen zich opstapelen. En hoe zit het toch met die “Schiedammer Parkmoord”? Een Officier van Justitie en een Advocaat-Generaal die ontlastend en cruciaal “bewijsmateriaal” achterhouden, waardoor een onschuldig iemand wordt veroordeeld. Geen strafvervolging na aangiftes, maar promotie! En zo kan ik wel een tijdje doorgaan. Maar terug naar mijn zitting op 25 maart. Van te voren had ik op dit weblog al gerept over het vierde feit, dat het klapstuk zou zijn. Dat was het ook, maar bijna niemand die het opviel. Zeker het journaille niet. […]
27 december 2007

Groeten uit Ter Apel

Wie zich brandt, moet op de blaren zitten. Daarom is het terecht dat iemand die zijn taakstraf niet uitvoert, in plaats daarvan de door de rechter opgelegde vervangende hechtenis ondergaat. In mijn geval waren dat 37 dagen. Het punt is alleen dat ik nimmer in de gelegenheid ben gesteld om de taakstraf uit te voeren. Door fouten van de reclassering en een wirwar van brieven afkomstig van het CJIB uit Leeuwarden en het Openbaar Ministerie in Zwolle verkeerde ik in de veronderstelling dat ik tot 20 juni 2008 de gelegenheid had de taakstraf te voltooien. Als bewijs van het gehannes van de justitiële mallemolen, heb ik alle correspondentie gescand. Ik zal die in mijn volgende bericht met toelichting publiceren. Die toelichting is alleen al daarom nodig omdat in de brieven een lawine van fouten staat.
29 juni 2007

Requiem voor de rechtsstaat?

De Nederlandse rechtsstaat: over corruptie, vriendjespolitiek en machtsmisbruik   De Telegraaf van 13 juni 2007 maakte melding van een doofpotaffaire, die zijn weerga niet of nauwelijks kent. Hoge vertegenwoordigers uit het overheidsapparaat zouden zich schuldig hebben gemaakt aan misbruik van minderjarige jongens, maar in plaats van dat deze vertegenwoordigers ter verantwoording zijn geroepen, werden de dossiers in de doofpot gestopt. Genoemd werden met name een hoge ambtenaar van het ministerie van justitie (mr. Joris Demmink) en een hoofdofficier van justitie (mr. Hans Holthuis). De laatste zou zijn “weggepromoveerd��? en een functie binnen een internationale organisatie bekleden. En onder degenen degenen die de dossiers in de doofpot stopten, bevonden zich vooraanstaande politici, terwijl het niet anders kan of ook de top van het openbaar ministerie moet van de hoed en de rand hebben geweten.
4 juni 2007

Ontluisterend en beschamend

Gisteravond heb ik de uitzending van Zembla gezien Niet veel nieuws onder de zon, althans niet voor mij. Het beeld van rechters die hun eigen territorium beschermen en niet gediend zijn van kritiek -hoe terecht ook – van buitenstaanders werd nog weer eens bevestigd. Het was ronduit ontluisterend om te zien hoe rechters zich in bochten wringen om de kritiek af te wimpelen en in ieder geval te kennen gaven die kritiek binnenskamers te willen houden. Dat rechters hun uitspraken nogal eens niet of slecht motiveren verbaast mij niet. Maar het ergert mij wel. Zeker wanneer er zonder enige onderbouwing conclusies worden getrokken die soms verstrekkende gevolgen voor de betrokkenen kunnen hebben en wanneer zonder enig logisch verband van de hak op de tak wordt gesprongen. Verweren die op volstrekt ondeugdelijke gronden worden verworpen en bewijsconstructies die wezenlijk bestaan uit aan elkaar geplakte delen van de processen-verbaal van politie. Bij het Hof Leeuwarden, waar ik van 2000 tot 2005 werkte, keken we nogal eens met het nodige dédain en afgrijzen naar de puinzooi die van de rechtbank Groningen kwam. Niet dat die rechtbank de enige was overigens. Rechtbanken blinken over het algemeen al niet uit in juridisch vakmanschap, maar de wijze […]