Teeven gaat steeds meer zijn stempel drukken op het strafrecht. Dat doet hij vooral door de positie van het slachtoffer in het strafproces te versterken. Zijn belangrijkste wapenfeit tot op heden is het wetsvoorstel waarbij iedereen die het spreekrecht heeft, de mogelijkheid krijgt om de rechter over de vragen van artikel 350 Wetboek van Strafvordering te adviseren. Dan hebben we het vooral over het slachtoffer en de nabestaanden. Klinkt allemaal sympathiek en zal bij de meeste mensen goed vallen. In werkelijkheid is het voorstel draconisch. Het zit technisch slecht in elkaar, zal voor het slachtoffer veelal op een teleurstelling uitlopen en manoeuvreert het OM, maar vooral de rechter in een onmogelijke positie. Ik zal een en ander beknopt toelichten en mij in dit deel beperken tot de hoofdzaken.