Onverwachte wending in zaak Van Rey: Plasterk moet getuigen

The strange case of Jerome Morgan
29 februari 2016
Interview Mr. Dr. Wicher Wedzinga: “Helaas is de kans groot dat Wilders veroordeeld wordt”
21 april 2016
Show all

Vandaag stond in het teken van de corruptiebeschuldigingen tegen Van Rey. Beschuldigingen die overigens ook de rest van de week centraal staan. Samengevat komt het erop neer dat Van Rey giften, diensten en beloften zou hebben aangenomen, o.a. van projectontwikkelaar Van Pol. In ruil daarvoor zou Van Rey “als wethouder” (zie verderop) de gulle gevers een voorkeursbehandeling hebben gegeven, vertrouwelijke gemeente-informatie hebben verstrekt en besluitvormingsprocedures hebben beïnvloed.

Twee aspecten speelden vandaag een belangrijke rol. Her eerste was een tweet van Minister Ronald Plasterk. Daarin werd de bewering van Van Rey dat onze bestuurscultuur een kwestie is van handje klap en onder-onsjes naar het rijk der fabelen verwezen. Van Rey zelf heeft het overigens in dit verband met een zekere regelmaat over ‘klankborden’. Een domme tweet van Plasterk, alleen al omdat het in ons rechtsstelsel ‘not done’ is dat een politicus zich mengt in een lopende rechtszaak. Helaas leert de praktijk dat politici er een handje van hebben om hun mening te geven over een rechtszaak waarin de rechter nog geen beslissing heeft genomen. Als het ze uitkomt natuurlijk. De advocaat van Van Rey maakte gretig gebruik van de oprisping van Plasterk door de rechtbank te vragen om de bewindsman als getuige op te roepen. Een verzoek dat voorwaardelijk werd toegewezen. Voorwaardelijk omdat de rechtbank o.g.v. art. 348 WvSv eerst moest oordelen over de vraag of zij bevoegd is de strafzaak tegen de voormalige wethouder van Roermond te behandelen.

De vraag rijst wat de advocate hiermee denkt te bereiken. Denkbaar is dat zij voor het voetlicht wil brengen dat het klankborden in onze gezegende rechtsstaat inderdaad, zoals Van Rey telkens weer proclameert, gemeengoed is. Als dat zo is, zal Van Rey zich met succes kunnen manifesteren als een meer of minder willekeurig gekozen zondebok en staat o.a. de vervolgingsbeslissing van het OM ter discussie. Maar Plasterk is niet de aangewezen man om hierover gezaghebbende uitspraken te doen. Wie wel? Misschien biedt een (anonieme) peiling uitkomst?  Het horen van Plasterk zal dus niets opleveren, behalve dat het beeld van een stuntelende bewindsman die maar wat zit te leuteren verder wordt versterkt. Ik voel overigens aan mijn water dat Van Rey best wel eens gelijk kan hebben. Maar dat doet aan zijn gesjoemel niets af. Als rechter zou ik het verzoek alleen al om die reden hebben afgewezen.

Het tweede aspect raakt een technische kwestie. Was de rechtbank wel bevoegd om de zaak tegen Van Rey te beoordelen nu artikel 483 WvSv in samenhang met de Wet op de strafrechtelijke ministeriële verantwoordelijkheid, artt. 119 GW en 76 RO immers bepalen dat zaken tegen –zakelijk samengevat- politieke ambtsdragers in eerste aanleg door de Hoge Raad worden beoordeeld? En Van Rey was senator, zo betoogde de advocate. Maar die gedachte is te simplistisch en de nuancering dat de rechtbank “op onderdelen” niet bevoegd zou zijn, vind ik strategisch niet bijzonder slim. Dat zou immers impliceren dat een deel van de beschuldigingen door de rechtbank en een ander deel door de Hoge Raad zouden worden berecht.  Te ingewikkeld omdat dat bijv. op ter terrein van de rechtsmiddelen voor complicaties zou zorgen en proces-economisch niet efficiënt.

Het belangrijkste argument is echter dat de in de hiervoor genoemde artikelen besloten liggende regel door de Hoge Raad zo wordt uitgelegd dat het politieke ambt de dader “in aanraking met of in een bepaalde verhouding tot personen of zaken heeft gebracht” (o.a. HR 3 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO0198). En de corruptie waarvan Van Rey wordt beschuldigd staat los van zijn toenmalige functie als senator, maar heeft alles te maken met zijn baan als wethouder. In die eerste hoedanigheid (“gelegenheid”, zegt de wet) heeft hij, in ieder geval afgaande op de tenlastelegging, heeft hij zich niet aan corruptie schuldig gemaakt.

Het ligt m.i. dus voor de hand dat de rechtbank het beroep op (partiële) onbevoegdheid uiteindelijk zal afwijzen. Die beslissing heeft de rechtbank vandaag terecht voor zich uit geschoven. Want om die vraag te kunnen beantwoorden is een inhoudelijk oordeel nodig. Een oordeel over de vragen die art. 350 Sv regarderen. Het gevolg is dat Plasterk moet komen opdraven en zich verantwoorden voor zijn domme tweet. Ik ben benieuwd of Van Rey dan uit de kast komt en man en paard noemt.

 

Copyright@Wedzinga2016