Zaak Paarlberg zeker niet kansloos bij EHRM

De advocaat bij het politieverhoor: Salduz vs Dvorski?
4 september 2014
Moet het Liquidatieproces overnieuw? Een eerste overpeinzing
16 september 2014
Show all

Paarlberg

Jan-Dirk Paarlberg, de voormalige vastgoedmagnaat, zit in de gevangenis een straf van 4 jaar uit. Niet voor afpersing van Endstra, zoals velen denken, maar voor een aantal andere misdrijven. De aandacht is in deze column vooral toegespitst op de Endstra-zaak omdat die zaak zo tot de verbeelding spreekt. Niet alleen doordat Endstra kort voor het strafproces tegen Paarlberg werd vermoord, maar ook vanwege de link met Holleeder en de achterbankgesprekken.

In de zaak Endstra is Paarlberg veroordeeld voor witwassen. Hij zou grote sommen geld van Endstra hebben afgeperst en dat op zijn rekening hebben ontvangen. Het wrange is dat in 2013 de Hoge Raad heeft beslist dat voor witwassen meer nodig is dan het verwerven of voorhanden hebben van geld dat uit eigen misdrijf afkomstig is. Een juiste beslissing omdat anders dat misdrijf en het witwassen door elkaar heen lopen. Een soort dubbelloops jachtgeweer. Witwassen heeft een zelfstandiger karakter gekregen. Paarlberg zou daarvan nu zijn vrijgesproken. Maar kan van dit veranderd inzicht van de HR niet profiteren. Artikel 1 lid 2 Sr heeft nu eenmaal niet op gewijzigde jurisprudentiële inzichten betrekking.

Paarlberg die vermoedelijk behoorlijk zal moeten wennen aan zijn nieuwe onderkomen, laat het er echter niet bij zitten. Hoewel hij tot en met de Hoge Raad het juridisch gevecht is aangegaan, wil hij nu proberen zijn gram te halen bij het EHRM. En er is ooit ook gesproken over herziening. Juridisch is dat overigens een volstrekt kansloze exercitie.

Paarlberg maakt goede kansen bij het EHRM in Straatsburg. Hoewel hij of beter gezegd zijn advocaten door de Hoge Raad op 18 februari 2014 zijn afgepoeierd (art. 81 RO) is hij in Straatsburg bepaald niet kansloos. Tenminste niet in de Endstra zaak. Twee juridische punten verdienen hierbij de aandacht.

De advocaten van Paarlberg hebben er voortdurend over geklaagd dat hun cliënt in onvoldoende mate de financiële administratie van Endstra kon inzien. Die adminstratie was door het Openbaar Ministerie als het ware gesplitst en alleen een fractie van dat deel dat op de moordzaak van Endstra betrekking had was aan het dossier toegevoegd. Daardoor zouden volgens de advocaten van Paarlberg de geldstromen niet goed in kaart kunnen worden gebracht. De rechters die kennelijk slappe knieën hadden, legden zich hierbij neer. Zij liepen aan de leiband van het OM. Maar daar zal het EHRM tot ongenoegen van Paarlberg niet over vallen. Tenminste niet als zelfstandige grief. Mogelijk wel in correlatie met het volgende.

Wat het kardinale punt gaat worden is dat het bewijs in essentie berust op verklaringen van Endstra, terwijl de verdediging niet in de gelegenheid is geweest om Endstra te ondervragen. De rechters ook niet, maar die tilden daar kennelijk niet zo zwaar aan  in onze rechtsstaat. De Europese rechters zullen daar aanzienlijk meer moeite mee hebben. Dat blijkt al uit de rechtspraak van het EHRM. Artikel 6 lid 3 EVRM garandeert in het kader van een eerlijk proces dat de verdachte het ondervragingsrecht heeft. Door de dood van Endstra is dat in deze zaak niet te verwezenlijken. Maar dan eist het EHRM dat het bewijs “should be treated with extreme care”  (S.N. v. Sweden, § 53; Doorson v. the Netherlands, § 76).

Ook daar zal het niet op stuk lopen. Wat een doorslaggevende rol zal spelen is of de verklaringen van Endstra “are corroborated by other evidence” (Mirilashvili v. Russia, § 217; Scheper v. the Netherlands (dec.); Calabrò v. Italy and Germany (dec.); Ferrantelli and Santangelo v. Italy, § 52) . En dan komt de financiële administratie van Endstra weer om de hoek kijken en rijst de vraag of meer inizcht in het kader van een fair trial mag worden geëist.

Niet duidelijk is welke eisen aan de bewijskracht va dat ondersteunend bewijs worden gesteld. Maar in deze zaak is goed denkbaar dat die eisen hoog zullen zijn. Want Endstra heeft zijn verklaringen op de achterbank van een auto tegenover medewerkers van de CIE afgelegd en stond daarbij zelf ook in de vuurlinie. Als het EHRM Paarlberg gelijk geeft, ligt een retourtje HR in het verschiet. De zaak Paarlberg kan dus nog een staartje krijgen.

Copyright@Wedzinga2014