De vrijspraak van Lucia de B. (1)

Het Liquidatieproces: Over een ontregelde kroongetuige, een ontspoord moordproces en een onbekwame wetgever
26 maart 2010
Peter R. de Vries en de beerput van de rechterlijke macht
19 april 2010
Show all

 

Lucia de B. is vrijgesproken van de moorden en de pogingen tot moord waarvoor zij tot een levenslange gevangenisstraf was veroordeeld. Die vrijspraak komt niet onverwacht. Na de doorwrochte conclusie van Advocaat-Generaal Knigge, die en passant de vloer aanveegde met de bevindingen van de Commissie Evaluatie Afgesloten Strafzaken (CEAS), lag het in de lijn der verwachting dat Lucia de Berk zou worden gerehabiliteerd. Hoewel … aan de term “rehabilitatie” kleeft altijd een wat wrange bijsmaak. Ik het het arrest van het Hof nog niet grondig bestudeerd, maar de motivering is tamelijk mager.

Vandaag past alleen maar vreugde. Vreugde omdat het toch goed is gekomen. Maar Lucia heeft in meer of mindere mate geluk gehad. Metta de Noo, Ton Derksen, Stijn Franken en vele anderen hebben zich haar lot aangetrokken. De grootste fout die nu kan worden gemaakt is dat wordt gedacht dat ons strafrechtssysteem uiteindelijk adequaat functioneert. Die gedachte miskent dat de onterechte veroordeling van Lucia de Berk in ons systeem besloten ligt en dat het de hoogste tijd is om na te denken over een grondige renovatie van dat systeem. Want Lucia de Berk is niet het enige slachtoffer van een justitiële dwaling.

Veel rechters hebben in deze zaak grove fouten gemaakt. Zij hebben zich te veel laten leiden door de overtuiging dat Lucia “het wel moet zijn geweest” en vervolgens de bewijsconstructie daarop afgestemd. Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat een niet onaanzienlijk aantal rechterlijke uitspraken op deze wijze tot stand komt. Zonder voorbehoud durf ik te zeggen dat het gros van die uitspraken correct zijn. Maar daar staat tegenover dat er ongetwijfeld mensen onschuldig vastzitten en dat een uitspraak waarbij de overtuiging de leidraad is, grote gevaren met zich meebrengt.

Daarom is het wenselijk en noodzakelijk om de oorzaken systematisch en in hun onderlinge samenhang te doorgronden. De wijze van opsporing door politie en justitie, de “schizofrene” (proces)positie van het Openbaar Ministerie, de waardering van verklaringen van verdachten, getuigen en deskundigen, de mate waarin de verdachte rechtsbescherming geniet en de kwaliteit van die rechtsbescherming, de soms ronduit schandalige rol van de media in samenhang met beeldvorming, de inrichting van ons strafproces, etc. etc.

Daarover hoop ik binnenkort wat meer te kunnen zeggen. Want een kritische analyse van het strafrechtsysteem overstijgt het belang van Lucia de Berk, hoe vreemd dat ook mag klinken. Als we passief blijven en er niets verandert, zijn we in zekere zin “medeschuldig”. Vandaag is voor Lucia de Berk. Vanaf morgen moet er ruimte zijn voor anderen!

Copyright@2010Wedzinga