Peter R. de Vries en de beerput van de rechterlijke macht

De vrijspraak van Lucia de B. (1)
14 april 2010
Kroongetuige La Serpe vangt bot bij de rechtbank, maar kan cashen bij OM
27 april 2010
Show all

 

In zijn derde aflevering van het drieluik over Koos H. heeft Peter R. de Vries het vonnis van de rechter in kort geding van 16 april j.l. gerespecteerd en zijn de heimelijke opnames in de tbs-kliniek niet uitgezonden. De aflevering ging over de bizarre relatie tussen Koos H. en mr. Stolk, de vice-president van de rechtbank Den Haag. Anders dan de twee vorige afleveringen kwam De Vries nu wel met spraakmakende onthullingen, althans voor diegenen die niet op de hoogte waren van de informatie over Koos H. die al beschikbaar is. Zoals ik het zie vormden de eerste twee afleveringen dan ook de opmaat voor de laatste aflevering. Een aflevering waarin de “ziekelijke” verhouding tussen Koos H. en de voormalige rechter in beeld werd gebracht. 

Wie de vorige afleveringen had gezien, zal niet verbaasd zijn geweest dat er sprake was van een seksuele relatie tussen Koos H. en mr. Stolk. Het regelen van rijlessen en de bezoeken van de magistraat aan huis en in de gevangenis waren al indicaties dat er sprake was van een bijzondere band tussen de rechter en zijn protégé. En omdat al in de eerste aflevering werd verteld dat Koos H. zich prostitueerde en seks met mannen had, was voorspelbaar dat die band van seksuele aard was. In de boeken van Slobodan Mitric (alias “Karate Bob”) en het boek Zuidwal van Van der Zee werd hier al op gepreludeerd en in een grijs verleden werd er in bladen als Panorama eveneens gezinspeeld op de obscure verhouding tussen de rechter en zijn beschermeling. De reportages van De Vries bevestigden die indruk, maar lieten een groot aantal vragen onbeantwoord. Daarover straks meer.

Dat de rechter Koos vrij sprak van een roofoverval stemt tot nadenken, maar kan een correcte beslissing zijn geweest. Vanzelfsprekend zegt ook mijn gevoel dat die vrijspraak onterecht was, maar afgaan op gevoel, overtuiging en beeldvorming is gevaarlijk. Lucia de Berk is daarvan het slachtoffer geworden. En zij is bepaald niet de enige en zal naar ik vrees ook niet de laatste zijn! Zo gezien is de suggestie van De Vries dat de twee laatste slachtoffers nog zouden hebben geleefd als Koos niet door mr. Stolk was berecht, misleidend en tendentieus. Misleidend ook, omdat niet per definitie gezegd is dat Koos in geval van een veroordeling een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar (of meer) opgelegd zou hebben gekregen. Maar het is natuurlijk een feit, dat een gedetineerde Koos H. niet tot die gruweldaden in staat zou zijn geweest. 

De inmiddels overleden vice-president liet het daarbij echter niet en ging zelfs zover dat hij nadat Koos H. wegens een ander vergrijp was veroordeeld buiten medeweten van Koos H. een gratieverzoek indiende. Het kwalijke hieraan is niet zozeer dat op basis van de destijds geldende wetgeving de tenuitvoerlegging van de straf werd opgeschort, maar dat de rechters die destijds verantwoordelijk waren voor de veroordeling advies geven en dat dit advies door de bank genomen door het Ministerie van Justitie wordt overgenomen. Gelet op de positie van mr. Stolk was succes dus bijna gegarandeerd.

Het meest schokkend was het portret van een incestueuze doofpotcultuur binnen de rechterlijke macht en de advocatuur. Maar dat zal door de mainstreammedia vermoedelijk niet worden opgepikt. Die zal zich focussen op de seksuele verhouding en het verrichten van “hand- en spandiensten” door de rechter, omdat dat aspect minder diepgravend is en in pakkende one-liners kan worden gevat. Een gemiste kans, want die doofpotcultuur raakt de essentie van de rechtsstaat en is naar mijn indruk tot op de dag van vandaag nog steeds kenmerkend voor het wereldje van magistraten en advocaten. Als er ergens wordt witgewassen, is het daar wel.

De rechterlijke macht is nog steeds een archaïsch en autoritair bolwerk, waarin de blik sterk naar binnen is gericht en men niet gewend is aan kritiek van buitenaf. Er zijn in dat opzicht parallellen met bijv. de katholieke kerk en het is dan ook niet toevallig dat beide instituten een moeilijke tijd doormaken. Misstanden in de katholieke kerk werden en worden vaak in de doofpot gestopt of gebagatelliseerd c.q. geridiculiseerd. Binnen de rechterlijke macht en de advocatuur wordt dezelfde verkrampte en uit nood geboren strategie gehanteerd. In de aflevering van De Vries werd dat geïllustreerd, maar – uiteraard – opgehangen aan de zaak Koos H..  Ik probeer het wat te veralgemeniseren.

Advocaten die in de fout gaan, hoeven zich doorgaans uitsluitend voor het tuchtcollege te verantwoorden, ook als het gaat om fouten die strafbaar zijn. Als de fout al aan het licht komt, want veel cliënten missen de kennis om de kwaliteit van het werk van hun advocaat te beoordelen. En magistraten zijn onmenselijk want maken geen fouten, althans dat vinden zij zelf. Hooguit huldigen zij een verkeerde interpretatie en die wordt uiteraard in hoge beroep of cassatie hersteld. Zo werd de schandelijke veroordeling van Lucia de Berk onlangs “goedgepraat” door er op te wijzen dat de conclusies van deskundigen door de rechters verkeerd waren uitgelegd, terwijl de veroordeling was gebaseerd op primitieve beeldvorming, roddels en achterklap en alleen die conclusies door de rechters waren overgenomen die daarbij pasten. Maar dat mocht natuurlijk niet worden gezegd. En herziening is nog steeds niet mogelijk wanneer rechters een fout hebben gemaakt. Er moeten “nieuwe” feiten zijn, wil een herzieningsverzoek kans van slagen hebben.  Daarbij komt dat rechters het werk van hun collega’s beoordelen en dat de Hoge Raad niet naar de feiten kijkt, waardoor de rechtsbescherming in cassatie sterk te wensen overlaat. De hoogste tijd dus voor een Onafhankelijke Revisieraad, naar Engels model. 

Het Openbaar Ministerie spant in dit opzicht de kroon. Zembla heeft laatst een lijst gepubliceerd en een uitzending gewijd aan officieren van justitie die in de fout waren gegaan. Die lijst is verre van volledig en er valt veel op af te dingen, maar waar het om gaat is dat zelfs wanneer er door leden van het Openbaar Ministerie strafbare feiten worden gepleegd, verantwoording uit den boze is. Hooguit een berisping. Een promotie is veel waarschijnlijker. En dat terwijl er soms sprake is van het welbewust achterhouden van ontlastend bewijsmateriaal en het vervalsen van processen-verbaal. Burgers die daartegen in het geweer komen, moeten dan opnieuw bij het Openbaar Ministerie aankloppen, waar de aangifte vervolgens wordt geseponeerd.  In zaken als de Schiedammer Parkmoord, de Deventer Moordzaak en de zaak Lucia de Berk heeft het Openbaar Ministerie veel gedaan dat het daglicht niet kan velen. Er is niets tegen de betreffende officieren ondernomen. Een schandalige gang van zaken.

Wanneer diegenen die binnen een dergelijke cultuur ingrijpende bevoegdheden hebben, macht uitoefenen en onafhankelijke, publieke controle ontbreekt, is corruptie bijna onvermijdelijk. Corruptie is een veelkoppig monster, waarover veel te zeggen is. Daarvoor is hier geen plaats. In de zaak Koos H. hebben we een glimp opgevangen van wat er mis kan gaan. En uit het verleden kan een ieder nog een aantal zaken opdiepen, waar dit monster de kop opsteekt. Zonder te beweren dat het schering en inslag is, kan worden gesteld dat corruptie vaker voorkomt, zonder dat het opvalt. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert absoluut.

Het zit als het ware in het systeem ingebakken en het kan naar mijn overtuiging alleen effectief worden bestreden als de mainstreammedia kritischer en minder oppervlakkig te werk gaat en de politiek, die voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de ontstane scheefgroei, tot ingrijpende wetstechnische ingrepen over gaat. Maar die oproep zal wel aan dovemansoren zijn gericht. De kijkcijfers regeren, de kranten moet worden verkocht en in een televisieprogramma wordt een gast hooguit vier minuten en zestien seconden de mond gegund.   

In de aflevering van Peter R. de Vries werd een beetje zichtbaar, bijna tastbaar, hoe subtiel de doofpotcultuur binnen de wereld van advocaten en magistraten werkt. Die wereld is betrekkelijk klein en de meeste advocaten, officieren en rechters binnen een arrondissement kennen elkaar bij naam en toenaam. Is het niet van de rechtenstudie, dan wel van de RAIO-opleiding of later in de praktijk van de rechtspleging. Sommigen zijn met elkaar getrouwd of bevriend, advocaten en officieren zijn soms rechter-plaatsvervanger en het spinnenweb van relaties was en is dus zeer hecht. Te hecht. Daarom moet het zeker in het Haagse juridische circuit alom bekend zijn geweest dat aan mr. Stolk een smet kleefde. Het is dan schandelijk en tekenend dat niemand in dat wereldje mr. Stolk daadwerkelijk ter verantwoording heeft geroepen. Horen, zien en zwijgen is in de juridische cultuur bon ton als het om collega’s gaat. En een zekere bedrijfsblindheid, die bestaat uit een soort vervreemding van de buitenwereld. Een vorm van -excusez le mot- autisme of apathie. Ik heb het zelf ondervonden toen ik raadsheer was en me vaak afgevraagd of het hier gaat om een natuurlijk afweermechanisme.  

De uitzending van De Vries heeft bij mij een reeks vragen opgeroepen, waarvan sommige hiervoor al de revue passeerden. Ik ben geen complotdenker, maar wil ook niet naïef zijn. Daarom moet alle beschikbare informatie, zoals de resulaten van het rijksrechercheonderzoek, zo spoedig mogelijk openbaar worden gemaakt. Ik vond de rol van mr. Stolk in de uitzendingen van De Vries volstrekt onderbelicht. Want per saldo bleek het toch vooral om hem te gaan. De pedoseksuele rechter die zo af toe Thailand frequenteerde werd alleen maar gekoppeld aan Koos H.. Een eenzijdige benadering, want het zou mij niet verbazen wanneer mr. Stolk meer op zijn kerfstok heeft en wanneer meerdere magistraten en advocaten bij deze doofpotaffaire en mogelijk ook bij andere doofpotaffaires betrokken zijn geweest. Dat hoeft bepaald niet te betekenen dat er sprake is geweest van een pedofiel netwerk dat elkaar de hand boven het hoofd heeft gehouden, maar het moet wel grondig worden onderzocht.

Meer in het algemeen moet worden onderzocht op welke wijze de cultuur binnen de rechterlijke macht en de advocatuur moet worden veranderd. Die cultuur is niet meer van deze tijd. Wetstechnische ingrepen zullen daarbij onvermijdelijk zijn. Zo zal het Openbaar Ministerie op de schop moeten en veel bevoegdheden moeten afstaan, bijvoorbeeld aan de rechter-commissaris, magistraten en advocaten die in de fout gaan moeten daarvoor ter verantwoording worden geroepen en niet, zoals in de advocatuur het geval is, door een tuchtcommissie worden witgewassen, het onmiddellijkheidsbeginsel zal in ere moeten worden hersteld, de kroongetuigeregeling moet worden afgeschaft, juristen moeten beter worden opgeleid, belangenverstrengeling moet worden voorkomen door een absoluut verbod op advocaten en officieren die als rechter bijklussen, het Openbaar Ministerie is een verlengstuk van de politie en behoort geen deel uit te maken van de onafhankelijke Rechterlijke Macht, het niveau van rechtsbescherming moet drastisch worden verbeterd bijv. door de verdachte tijdens het politieverhoor te laten bijstaan door een advocaat en doordat de Orde van Advocaten en het Openbaar Ministerie gezamenlijk onderzoeksinstituten financieren, berichtgeving in de media over strafzaken moet zakelijker en nauwkeuriger etc. etc. Er is veel achterstallig onderhoud omdat de aandacht van de politiek te lang en te veel is uitgegaan naar het instrumentele karakter van de rechtshandhaving. Rechterlijke dwalingen kunnen deels daardoor worden verklaard en er zijn mensen zoals Ernest Louwes, Lucia de Berk en Louis Hagemann veroordeeld na een opsporingsonderzoek en een strafproces dat een rechtsstaat onwaardig is.  De politiek zou zich diep moeten schamen en de media zou hieruit lering moeten trekken.

Copyright@Wedzinga2010