Advocatenkantoor Houthoff Buruma onder vuur
6 maart 2013
De eindeloze procedures van ir. Alfred Mol en de toenemende incompetentie van rechters op specialistische rechtsgebieden
8 mei 2013
Show all

Slachtoffers van seksueel misbruik komen er in ons land doorgaans bekaaid vanaf. Zeker als het gaat om diegenen die werden verkracht en aangerand door graaiende paters, priesters, pastoors of hoe ze ook mogen heten. Veel wisten er van of hadden zo hun vermoedens. Zeker in de jaren zestig en zeventig. Een gedoogbeleid avant la lettre.  Niet alleen kenmerkend voor Nederland, maar voor veel landen om ons heen. Een typisch voorbeeld van geïnstitutionaliseerde criminaliteit dat in de verte herinneringen oproept aan de wijze waarop vooral in latere jaren met graaiende bankiers en ander gespuis werd omgesprongen. Hierin lijkt verandering te komen al is het mondjesmaat.

De voormalige commissie Deetman heeft gerapporteerd en sporadisch lees je dat de kerk zowaar een schikking met een slachtoffer heeft getroffen. Van de daders geen spoor. Van de staat, die toch verantwoordelijk is voor de veiligheid van haar inwoners, eveneens taal noch teken. Daarin kon wel eens verandering komen. Een Ierse zaak (O’Keeffe v Ireland) die momenteel op het bord ligt van de Grand Chamber van het EHRM kan enorme gevolgen hebben voor de aansprakelijkheid van  de Nederlandse staat voor seksueel misbruik van schoolkinderen. Kinderen op bijv. katholieke scholen en internaten.

Maar voordat we die gevolgen kort bespreken, eerst het tragische verhaal van Louise O’Keeffe, dat de aanleiding vormt voor de juridische tijdbom die in Straatsburg tikt.

Louise O’Keeffe ging vanaf 1968 als kind naar een katholieke basisschool en werd daar, zoals meer kinderen, seksueel misbruikt door het hoofd van de school, een zekere L.H..  In de jaren daarna werden diverse klachten over seksueel misbruik in de doofpot gestopt door de priester die de school runde. Het ging daarbij telkens om L.H., die zich uiteindelijk ziek meldde, ontslag nam en vanaf 1974 zijn loopbaan voortzette bij een andere school. Het ministerie van onderwijs en de politie werden door het katholieke bestuur niet geïnformeerd over de wantoestanden op de basisschool. De leraar kon zijn gang gaan en deed dat ook tot zijn pensionering in 1995.

Niet door Louise, maar door anderen werd het misbruik door L.H. na verloop van tijd toch onder de aandacht gebracht van politie en justitie. Hij werd uiteindelijk beschuldigd van maar liefst 386 gevallen van seksueel misbruik, waarvan hij er 21 bekende, en veroordeeld tot gevangenisstraf. Louise worstelde ondertussen met psychische problemen, die zij niet direct in verband bracht met het seksuele misbruik dat in haar jeugdjaren had plaatsgevonden. Maar nadat de politie in 1996 ook bij haar op de stoep stond, begon het kwartje te vallen. Zeker toen zij de verhalen van andere slachtoffers hoorde.  Het Criminal Injuries Compensation Tribunal kende haar een schadevergoeding toe van iets meer dan 53.000 euro. Daarna stelde zij o.a. de Ierse staat civielrechtelijk aansprakelijk, maar haar claim werd door het Supreme Court afgewezen met als belangrijkste argument dat niet de Staat, maar de Katholieke kerk op haar basisschool de dienst uitmaakte. We schrijven dan mei 2009.

Louise liet het er niet bij zitten en kaartte de zaak aan bij het EHRM. Zij vond dat de staat haar veiligheid moest waarborgen en daarin hopeloos had gefaald. In 2009 diende zij een klacht in bij het EHRM die was gebaseerd op schending van de artikelen 3 (prohibition of inhuman and degrading treatment), 8 (right to respect for private life), 13 (right to an effective remedy), 14 (prohibition of discrimination) en artikel 2 van Protocol No. 1 (right to education) van het EVRM. De kamer van het EHRM die over de zaak moest oordelen, vond op 26 juni 2012 dat gelet op de juridische implicaties bij wijze van hoge uitzondering de Grand Chamber moest worden ingeschakeld. En daar ligt de zaak nu dus.

Wanneer de Grand Chamber de klacht van O’Keeffe toewijst, kan dat en heeft dat vermoedelijk grote gevolgen voor Nederland. Los van het feit dat onze schoolstructuur anders is ingericht dan die in Ierland. Uiteraard zullen de gevolgen afhangen van de wijze waarop de Grand Chamber de beslissing motiveert en de verdragsrechtelijke grond waarop de klacht wordt toegewezen, maar iedereen kan op zijn vingers natellen dat vele civielrechtelijke procedures zullen volgen. Niet de kerk, maar de overheid wordt dan het mikpunt van juridische procedures. En de Nederlandse overheid kan zich naar mijn idee dan niet verschuilen achter het argument dat zij van niets wist, geen signalen ontving etc.. Je hebt als Staat in te staan voor de veiligheid van kinderen die naar school gaan. Dat zou staatssecretaris Teeven toch moeten aanspreken.

Ik zou een dergelijke ontwikkeling toejuichen. Tot nu toe is het in ons land weer pappen en nathouden. Typische Nederlandse schijnheiligheid. Slachtoffers van seksueel misbruik worden strafrechtelijk vaak in de steek gelaten omdat de feiten zijn verjaard. En als ze geluk hebben worden ze afgescheept met een aflaatboete annex schikking waarbij ze een fooi van de kerk krijgen. Dat alle slachtoffers en alle daders in kaart zouden worden gebracht was van meet af aan al een illusie, maar de commissie Deetman die nota bene door de kerk zelf is benoemd, blijkt volgens recente publicaties in o.a. het NRC  de zoveelste “onafhankelijke” commissie die bepaalde personen uit de wind heeft gehouden. Ook typisch Nederlands. Nee, we zijn nog ver verwijderd van een juridische cultuur waarin vriendjespolitiek en corruptie geen rol spelen. Wat dat betreft kunnen we een voorbeeld nemen aan landen, die wij doorgaans de maat nemen.

Copyright@Wedzinga2013