De boemerang van Wilders

Intermezzo Holloway: Een tussenstand
21 november 2010
De dubbele moord bij het Marriott Hotel
8 december 2010
Show all

 

Naarmate het aantal fractieleden met een strafblad groeit, ontpopt Wilders zich meer en meer tot een leider. Een leider van een criminele organisatie, wel te verstaan. Zo’n leider moet dan uiteraard zelf ook wat op zijn kerfstok hebben. Anders telt hij niet mee. Maar op dat punt heeft Wilders het niet getroffen. Hij moet op 7 februari 2011 opnieuw voor de rechtbank Amsterdam verschijnen en wordt opnieuw verdedigd door Moszkowicz en het Openbaar Ministerie. Een rechtbank die hem in alle opzichten veel te welwillend heeft bejegend.

 

Dat Openbaar Ministerie mag dan wel, zoals de landsadvocaat onlangs betoogde, de vervolgingsbeslissing van het Hof hebben gerespecteerd, maar dat is uiteraard een gotspe. Dat moest het Openbaar Ministerie wel doen. Juridisch was er geen ontkomen aan. Waar het om gaat is dat het Openbaar Ministerie dezelfde officieren van justitie op de zaak zette, die eerder al hadden besloten de strafzaak te seponeren. Die zullen zich aan de vergaande beslissing van het Hof behoorlijk hebben geërgerd en aan alles was te merken dat zij er geen zin in hadden. Een onafhankelijk en onpartijdig Openbaar Ministerie ten voeten uit!

 

Vanzelfsprekend hadden andere officieren de zaak op de zitting moeten behandelen. Dat gebeurt wel vaker na een vervolgingsbeslissing en het argument dat het gaat om in discriminatiezaken gespecialiseerde magistraten, is baarlijke nonsens. Zo ingewikkeld is de zaak niet, wel gevoelig, maar dat is iets anders. Het illustreert alleen maar het dedain van het Openbaar Ministerie voor de beslissing van het Hof. Een houding die ongetwijfeld door opperchef Brouwers en zijn college van Procureurs-Generaal is gedicteerd.

 

Inmiddels is, zoals door Advocaat-Generaal Abel in een aan en op verzoek van amice mr. Moors opgesteld verkiezingspamflet, overtuigend is aangetoond, de rechtbank op onjuiste gronden gewraakt. De eerste overwinning van Moszkowicz, na een reeks beschamende juridische nederlagen in dit strafproces. Als jurist is Moszkowicz geen echte hoogvlieger, maar toegegeven moet worden dat hij met behulp van zijn vele vriendjes in de media, de zaak publicitair goed voor elkaar heeft. Wel jammer dat zijn onzinnige verzoek om wraking op de valreep door incompetente collega’s van mr. Moors werd gehonoreerd. Hij had de vrijspraak voor zijn cliënt al op zak en zal er zelf vermoedelijk ook van hebben gebaald. Moors en zijn collega’s hadden het verzoek om de getuige Jansen te horen op basis van geldende rechtspraak eenvoudig kunnen afwijzen. Maar ook Moors houdt zijn vakkennis kennelijk niet goed bij.

 

Op 7 februari wordt de strafzaak dus hervat. Mr Moors zal de zaak niet behandelen en tandenknarsend in de coulissen op de uitslag zitten te wachten. Het ongenoegen van hem zal vermoedelijk worden gedeeld door zijn voormalige intieme vrienden en collega’s, Boris Dittrich en Abel. Moors zal als (voormalig) vriendje van Dittrich aan Wilders ongetwijfeld het gevoel hebben gegeven dat hij zich – geparafraseerd – “tegenover een lid van D ’66 moest verdedigen”. De voorzitter van de strafkamer was van meet af aan aangeschoten wild en dat had de rechtbank van te voren kunnen en moeten weten. De opmerking van Wilders was een fraai schot voor de boeg. 

 

Het is ronduit schandelijk dat de rechtbank Amsterdam deze zaak opnieuw behandelt. De rechters van deze rechtbank liggen onderling te rollebollen en de uitkomst is bij voorbaat besmet. Vanzelfsprekend had deze zaak door een andere rechtbank moeten worden behandeld. Wilders had de vrijspraak al bijna in de tas, maar moet nu maar zien hoe het afloopt. Wat dat betreft kan de wraking zich nog wel eens als een boemerang tegen hem keren. Want rechtspraak is tot op zekere hoogte helaas onvoorspelbaar. Als hij wordt veroordeeld, kan hij zich in ieder geval spiegelen aan een reeks fractiegenoten en toont hij zich een ware leider.

 

De kans dat hij wordt veroordeeld is klein. Hoewel menige armoedzaaier al voor heel wat minder krenkende opmerkingen achter de tralies is beland, is er in het recht bijna altijd wel een mouw aan te passen. Want het gaat om taal en om interpretatie, waarbij persoonlijke overtuigingen de doorslag kunnen geven. De vervolgingsbeslissing van het Hof draagt duidelijk de signatuur van Schalken, de raadsheer die zo naïef was om zich tijdens een etentje verbaal in te laten met arabist Jansen, de kroongetuige van Moszkowicz. Daar was geen lid van de rechtbank bij aanwezig, maar het vormde wel aanleiding tot het wraken van de rechters die de zaak behandelden. En dat ook nog, gelet op “eerdere incidenten” in de strafzaak, aldus de wrakingskamer. Incidenten die nu juist geen reden waren om de rechters als “partijdig” aan te merken. Hoe dom kunnen juristen zijn!

 

Tijdens het nieuwe strafproces zal elk verkeerd uitgesproken woordje door een van de rechters door populist Moszkowicz worden geëxploiteerd. Dit tot groot genoegen van de media, die hem als een ware held in nieuwsrubrieken en actualiteitenprogramma’s zullen onthalen en die in de juridische merites van de zaak hoe dan ook niet geïntersseerd zijn. Wilders zal het allemaal om het even zijn. Hoe meer vuil er over zijn partij wordt gestort, hoe meer hij zich kan etaleren als slachtoffer van het heersende systeem. Een systeem waarvan hij overigens al vele jaren deel van uitmaakt. Een veroordeling tot een voorwaardelijke straf levert hem een reeks zetels op.

 

Er is slechts één grote verliezer en dat is de rechterlijke macht en in het bijzonder de zittende magistratuur. Het Openbaar Ministerie is al jaren van God los en zal het een zorg zijn. En de rechters zullen door de media te kak worden gezet als incompetente, slecht gecaste naïevelingen, die in een ivoren toren leven. Niet helemaal ten onrechte, helaas. Voor de slachtoffers rest na een vrijspraak de gang naar de Procureur-Generaal van de Hoge Raad. Zij kunnen hem vragen om een vordering tot cassatie in het belang der wet in te dienen. Moszkowicz wilde in het begin al gebruik maken van dit bijzondere rechtsmiddel, maar werd afgeschoten o.a. omdat de zaak niet was uitgeprocedeerd. En dat is een van de voorwaarden wil een verzoek aan de Procureur-Generaal kans van slagen hebben. Staat gewoon in de wet. Maar als de vrijspraak onherroepelijk is geworden, kunnen de slachtoffers c.q. benadeelden wel van dt middel gebruik maken. Krijgt Moszkowicz toch zijn zin.

 

En bij de Hoge Raad hoort deze zaak naar mijn mening ook thuis. Het is een principiële strafzaak, waarin een prominent politicus terecht staat en de juridische discussie zich toespitst op de vraag naar de grenzen  van de vrijheid van meningsuiting. Zo’n vraag moet niet door lagere rechters worden beantwoord. Want in dat antwoord heb ik al helemaal geen vertrouwen meer.

 

Copyright@wedzinga2010