Holleeder zal uiteindelijk worden vrijgesproken

Hoge Raad te zuinig over rechtsbijstand verdachte voor politieverhoor
2 juli 2009
Een paar kilo bewijs, een bewezenverklaring en klaar is Kees
13 juli 2009
Show all

Het Hof in Amsterdam heeft Willem Holleeder op 3 juli j.l. in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar. Dit is gelijk aan de straf die de rechtbank eerder had opgelegd. Holleeder is veroordeeld voor afpersing van Willem Endstra, Cees Houtman en Rolf Friedländer, leiding geven aan een criminele organisatie, witwassen, mishandeling en bedreiging, gepleegd in de periode van 1998 tot 2006.

Op de veroordeling is, zoals te verwachten was, met met gemengde gevoelens gereageerd. Prof. mr. Stijn Franken, de advocaat van Holleeder, kwam in de tv-uitzending van NOVA over als een geslagen man. Chrisje Zuur, zijn kantoorgenote en tevens advocate van Holleeder, oogde strijdbaar. Beiden waren het mordicus oneens met de veroordeling van hun cliënt, Willem Holleeder. Anderen daarentegen staken hun voldoening over het arrest niet onder stoelen of banken. Kamerlid Teeven constateerde dat het goed was dat het zoeklicht nu ook eens werd gericht op zaken die het OM wel tot een goed einde brengt. En journalist John van den Heuvel zag het arrest als een groot compliment aan het adres van het OM en de nationale recherche.

Die jubelstemming is voorbarig omdat de Hoge Raad zich nog over de zaak moet uitspreken, maar zij lijkt mij vooral onterecht. Want het arrest van het Hof zal in cassatie geen stand houden. Het Hof heeft zich op een aantal punten juridisch vergaloppeerd. Het belangrijkste punt is wel dat het Hof voor het bewijs gebruik heeft gemaakt van verklaringen die Endstra op de achterbank van een auto tegenover politieambtenaren heeft afgelegd. Endstra kon daarbij “vrijelijk” leeglopen en had er alle belang bij om Holleeder zwart te maken. Hij kreeg daartoe ook volop gelegenheid omdat ook de opsporingsambtenaren maar wat graag over belastende informatie over Holleeder wilden beschikken. Endstra werd niet verhoord, laat staan onder ede verhoord en ook van een kritische ondervraging is geen sprake geweest. Ook latre niet. Want door de liquidatie van Endstra is de verdediging ook nimmer in de gelegenheid geweest om hem aan de tand te voelen. Op zichzelf is dat nog tot daar aan toe. Maar er is meer ……

De belastende verklaringen van Endstra vinden veelal steun in verklaringen van anderen die meedelen wat zij van Endstra hebben gehoord. Dat is niet voldoende. Een van de uitzonderingen hierop is het bizarre incident in het kantoor van mr. Moszkowicz, waar Endstra door Holleeder zou zijn bedreigd. Dat wordt bevestigd door de verklaring van de toenmalige secretaresse van mr. Moszkowicz. Maar het is te weinig om de verklaringen van Endstra te verankeren. Dit te meer waar gezaghebbende deskundigen als Crombag en Wagenaar vanuit hun specifieke deskundigheid tot het oordeel komen dat de verklaringen die door Endstra zijn afgelegd niet bruikbaar zijn voor het bewijs.

De wijze waarop het Hof dit deskundigenoordeel naar de prullenmand verwijst is tekenend. Het Hof verwijt Crombag en Wagenaar dat zij over onvoldoende strafvorderlijke kennis beschikken. Dat is ongetwijfeld juist, maar het tast het oordeel van de deskundigen niet wezenlijk aan. Zij permitteren inderdaad zich enkele sporadische opmerkingen over de strafvorderlijke status van de gesprekken, maar die opmerkingen zijn van ondergeschikt belang en vormen niet de grondslag voor hun inhoudelijk oordeel. Het is dan ook op zijn zachtst gezegd wel erg goedkoop om dit deskundigenoordeel op deze wijze ter zijde te schuiven. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het Hof geen juridisch inhoudelijk argument had en van de nood een deugd heeft gemaakt.

Het Hof overweegt dat de verklaringen van Endstra met een “kritische blik” en met de “nodige behoedzaamheid” moeten worden bezien. Daarop dient de zaak in ieder geval in cassatie spaak te lopen. Ons Wetboek van Strafvordering laat de feitenrechter veel vrijheid om gebruik te maken van door de verdediging als onbetrouwbaar aangemerkte getuigen. Artikel 360 lid 1 Wetboek van Strafvordering is daarop een uitzondering, maar in casu niet van toepassing. Maar die vrijheid is begrensd in gevallen waarin het gaat om jeugdige, anonieme en bedreigde getuigen. Wil de rechter voor het bewijs gebruik maken van belastende verklaringen van die categorieën getuigen, dan is er iets meer vereist. Datzelfde geldt voor het geval de rechter gebruik maakt van de verklaring van een kroongetuige. Dat “meerdere” kan de vorm aannemen van een bijzondere motivering of van steunbewijs. In die gevallen

Endstra valt niet onder een van die strafvorderlijke categorieën, maar er is genoeg reden om aansluiting te zoeken bij de regeling die de`wetgever voor bovengenoemde categorieën getuigen heeft getroffen en van de rechter dus meer te verlangen dan een “kritische blik” en “behoedzaamheid”. Dat zijn namelijk vanzelfsprekendheden. Een rechter dient altijd met een kritische blik naar getuigenverklaringen te kijken en hij dient er altijd behoedzaam mee om te gaan. Het zou niet best zijn als dat niet zo zou zijn!

Het ligt volgens mij wetsystematisch voor de hand dat verklaringen als die van Endstra in het verlengde van het bepaalde in artikel 344a lid 2 jo. artikel 344 lid 3 sub a Wetboek van Strafvordering “in belangrijke mate” steun moet vinden in “andersoortig bewijsmateriaal” willen zij bruikbaar zijn voor het bewijs. Endstra is niet kritisch verhoord, kon niet door de verdediging worden ondervraagd en de betrouwbaarheid van zijn verklaringen zijn een serieus punt van discussie. Wanneer zijn verklaringen voetstoots worden geaccepteerd, onstaan er ongerijmde verschillen tussen de diverse categorieën getuigen die ons Wetboek van Strafvordering kent en lopen we volgens mij ook op dit punt niet in de pas met het EVRM en de daarop gebaseerde rechtspraak van het EHRM.

Voorzover ik kan overzien vinden de verklaringen van Holleeder niet in belangrijke mate steun in andersoortig bewijsmateriaal. Het komt mij dan ook voor dat de Hoge Raad (mee) om deze reden het arrest van het Hof zal casseren en dat Holleeder uiteindelijk zal worden vrijgesproken van de afpersing van Endstra.

Copyright@2009Wedzinga

NB: De tekst van het arrest is nog niet gepubliceerd. De meest accurate bron is de samenvatting van het arrest, zoals weergegeven in rechtspraak.nl door de redactie. Vooralsnog ga ik er van uit dat die samenvatting de lading dekt. Die samenvatting is dan ook de basis voor dit bericht.

———————————————————————————-

9 jaar gevangenisstraf voor Holleeder in hoger beroep

Amsterdam, 3 juli 2009 – Het gerechtshof in Amsterdam heeft W.F. Holleeder vandaag in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 jaar. Dit is gelijk aan de straf die de rechtbank eerder had opgelegd.

Holleeder is veroordeeld voor afpersing van Willem Endstra, Cees Houtman en Rolf Friedländer, leiding geven aan een criminele organisatie, witwassen, mishandeling en bedreiging, gepleegd in de periode van 1998 tot 2006.

Ten aanzien van de strafmaat overweegt het hof dat de afpersingen diep in het leven van de slachtoffers hebben ingegrepen en wijst het hof op de systematische wijze waarop werd gehandeld, de ernst van de bedreigingen en de hoogte van de afgedwongen betalingen.

Drie andere verdachten in de procedure zijn eveneens veroordeeld: R.v.D. voor deelneming aan een criminele organisatie en afpersing van Cees Houtman tot een gevangenisstraf van 33 maanden, R.G. voor diezelfde feiten alsmede verboden wapenbezit tot een gevangenisstraf van 18 maanden waarvan 6 voorwaardelijk en M.C.D. voor witwassen tot een werkstraf van 240 uren. Twee verdachten, M.A.K. en M.M., zijn vrijgesproken.

In de procedure bij het hof zijn door de verdediging een aantal onderwerpen ter discussie gesteld. Het hof heeft daarop –kort samengevat- als volgt beslist.

Geen partijdigheid rechtbank en geen schending onschuldpresumptie

Uitlatingen in de media van de voorzitter van de strafkamer van de rechtbank in deze zaak zijn niet van dien aard dat daarmee een ongeoorloofde inbreuk is gemaakt op het onschuldvermoeden en op het recht op een eerlijke behandeling van de strafzaak door een onafhankelijk en onpartijdig gerecht. Uitlatingen van een toenmalige politiechef en officier van justitie hebben het publiek aangemoedigd in de schuld van de verdachte te geloven, maar geven geen aanleiding tot matiging van de straf.

Tekortkomingen in verslaglegging zijn gecompenseerd

Met de verdediging is het hof van oordeel dat in het opsporingsonderzoek in een aantal gevallen onvolkomen, late of onzorgvuldige verslaglegging heeft plaatsgevonden. Het hof spreekt in dat verband van ernstige tekortkomingen. Omdat de verdediging de desbetreffende getuigen heeft kunnen ondervragen of audio-opnamen van de verhoren heeft kunnen beluisteren hoeft een en ander echter volgens het hof geen gevolgen te hebben voor het bewijs. Gebreken zijn hersteld of gecompenseerd.

Getuigenverklaringen bruikbaar voor bewijs

Voor zover een getuige op enig moment buiten aanwezigheid van de verdediging is gehoord is dit gecompenseerd doordat de verdediging in hoger beroep in de gelegenheid is geweest de getuige opnieuw te ondervragen. De voor het bewijs gebruikte verklaringen van de getuigen M.H-W. en Th.v.d.B zijn betrouwbaar gebleken en wraakzuchtige of andere onzuivere motieven van de getuigen om te verklaren, zijn niet aannemelijk geworden.

Verschoningsrecht niet geschonden

Niet is gebleken dat de toenmalige raadsman van Holleeder zich bij een verhoor op zijn verschoningsrecht heeft beroepen; daarop is geen inbreuk gemaakt. Evenmin is inbreuk gemaakt op het verschoningsrecht van diens toenmalige secretaresse. Dat de secretaresse van de raadsman een van de raadsman afgeleid verschoningsrecht had brengt niet mee, dat aan die raadsman de beslissing moet worden gelaten of zijn secretaresse zich diende te verschonen.

Achterbankgesprekken bruikbaar voor bewijs

Op verzoek van de verdediging hebben de rechtspsychologen Crombag en Wagenaar een rapport uitgebracht over de achterbankgesprekken. Zij komen tot de conclusie dat deze gesprekken niet bruikbaar zijn voor het bewijs. Het hof constateert dat de rapporteurs over de achterbankgesprekken oordelen hebben uitgesproken die niet zijn gebaseerd op hun specifieke deskundigheid en op een gebied waar het oordeel niet aan hen toekomt. Het hof is van oordeel dat, mits met een kritische blik en met de nodige behoedzaamheid bezien, de achterbankgesprekken wel degelijk bruikbaar zijn voor het bewijs. Het ontbreken van de mogelijkheid Endstra te ondervragen is gecompenseerd door het horen van getuigen, onder meer over de totstandkoming van de achterbankgesprekken en de verslaglegging daarvan, en door de verdediging in de gelegenheid te stellen die gesprekken te beluisteren en te becommentariëren.

Dagboekaantekeningen bruikbaar voor bewijs

Dat de dagboekaantekeningen van Endstra ten dele door hem zijn gereconstrueerd staat niet aan hun betrouwbaarheid in de weg, nu die reconstructie gebeurtenissen betreft van hooguit anderhalf jaar daarvóór en Endstra een goed geheugen had voor financiële transacties.

Kantoorincident bewijsbaar

Endstra is in de kern eenduidig geweest in zijn uitlatingen over een incident, waarbij hij, uitgenodigd op het kantoor van zijn toenmalige raadsman, daar niet zijn raadsman heeft getroffen, maar is geconfronteerd met een aantal personen, onder wie Holleeder, en dat hem daar onder bedreiging met een vuurwapen te verstaan is gegeven dat hij geld moest betalen. De secretaresse van de raadsman heeft over de aanwezigheid van Holleeder bij een ontmoeting op het kantoor voldoende consistent verklaard. Diverse getuigen hebben van Endstra vernomen van het incident. De kern van wat Endstra hen heeft verteld wordt niet aangetast doordat in de weergave van de getuigen onderlinge verschillen zijn waar te nemen.

Witwassen

Het hof hecht geen geloof aan de uitleg dat de betalingen van Endstra aan Paarlberg een contractuele basis hadden. Paarlberg moet van de afpersing van Endstra door Holleeder hebben geweten. De door Holleeder afgedwongen betalingen zijn door Paarlberg en aan hem gelieerde rechtspersonen ontvangen, waarbij de aard van de betalingen is verhuld door daaraan valse betalingstitels te geven. Aldus heeft Holleeder samen met Paarlberg een groot aantal omvangrijke, van de afpersing van Endstra afkomstige, geldbedragen witgewassen.