Door: Dr. R. van der Noort in het blad “Jalta” d.d. 15 april, 2016
Het is heel normaal: Nederlanders die wat bereikt hebben genadeloos neersabelen. Daarnaast is het normaal om getalenteerde veroordeelde mensen voor altijd af te schrijven. Om dit tegen te gaan vandaag deel 4 in de serie: Wicher Wedzinga, veroordeelde rechter. Tien jaar later heeft Wicher zijn leven weer op de rit. En wat kunnen wij van hem leren over deze periode? En wat is zijn visie op actuele juridische thema’s?
Er zijn van die stereotypische zaken in het leven. Een economische faculteit die failliet is, een ziekenhuis met een hoog ziekteverzuim en een autohandelaar die met de fiets naar zijn werk komt. De winnaar in deze categorie is zonder enige twijfel Wicher. De geboren en getogen Groninger was namelijk docent strafrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen en universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam. In 1994 werd hij rechter-plaatsvervanger in de rechtbank Leeuwarden. Vanaf 2000 was hij voltijds raadsheer in het gerechtshof Leeuwarden. En gerenommeerd persoon in de rechterlijke macht, tot die ene avond. Het gevolg: een veroordeling door de rechtbank Zwolle-Lelystad wegens mishandeling van een vriendin uit Oekraïne. Van strafrechter naar veroordeelde door het strafrecht. “Ik ben helaas behept met een ernstige chronische depressie met hypomane trekken. Die depressie is erfelijk bepaald en laaide in die periode op. Met de depressie zal ik vermoedelijk moeten leren leven. Ik heb het al vanaf mijn jeugd, al merkte ik daar lange tijd niets van. Ik heb er mee leren omgaan. Wim Brands heeft onlangs zelfmoord gepleegd nadat hij, volgens berichten, aan een kortstondige depressie leed. Een depressie zelf is eigenlijk niet te bevatten voor iemand die er geen last van heeft. Zelf vind ik de meest adequate omschrijving terug in het gezegde: “Some people feel the rain, others just get wet”. Wedzinga is tegenwoordig werkzaam als wetenschappelijk adviseur en als deeltijd hoogleraar Comparative Criminal law aan de Universiteit van Michigan. Elsschot is zijn literaire favoriet door de combinatie van weergaloze zelfspot en humor en ook leest hij graag Tolstoj, Dostojevski en Boelgakov.
Wat zijn de lessen die je als persoon hebt geleerd van de donkere periode uit je leven en hoe gebruik je dit nu in je werk als adviseur?
“Ik ben na een jarenlange strijd milder geworden. Minder zwart-wit gaan denken. Niet in de softe zin van het woord, maar de scherpe randjes zijn eraf. Ook mijn kijk op mensen is, denk ik, anders. Naar mijn bescheiden mening ben ik wat spiritueler geworden en ik zou -hoe merkwaardig het ook mag klinken- een betere rechter zijn dan destijds. In die zin dat ik maar al te goed besef hoe je leven opeens ten goede of ten kwade kan veranderen. Ik adviseer advocaten en verdachten en geef colleges waarin ik rechtssystemen vergelijk. Uiteraard toegespitst op het terrein van het strafrecht. De vraag of, en zo ja, in hoeverre die donkere en trieste periode in mijn leven als het ware doorwerkt is even interessant als moeilijk. Ik denk dat ik meer in balans ben en me minder aantrek van wat andere mensen vinden of denken. Daardoor sta ik steviger in mijn schoenen en dat is te lezen in mijn adviezen. Zo neem ik veel eerder dan vroeger een uitgesproken standpunt in, ook al is er verschil van mening mogelijk.”
In het Tv-programma “Kijken in de ziel van rechters (2015)” werd er bevestigd door enkele rechters dat de invloed van media op de uiteindelijke veroordeling aanwezig is. Het concrete voorbeeld was de veroordeling van Mohammed Bouyeri voor de moord op van Gogh tot levenslang, waarbij de maatschappelijke druk (aangewakkerd door de media) nadrukkelijk heeft meegespeeld. Hoe kijk je aan tegen de relatie media-rechtspraak?
“Ik ben erg huiverig voor de invloed van media. Rechters hebben daar, zo is mijn indruk, ook een zekere afkeer van en moeten zich niet laten meesleuren in de wereld van oneliners en populisme. Niet op televisie, althans zo weinig mogelijk. En waarom dat Jip en Janneke taal gebruik? De rechter spreekt door zijn vonnis. Soms kan en moet hij dingen duidelijker, begrijpelijker uitleggen. Dat gebeurt te weinig. Maar “het recht” is een vak en in een rechtsstelsel als dat van ons (civil law) speelt de dogmatiek een belangrijke rol. Vakjargon is doorgaans niet te vermijden. In de VS ligt dat grotendeels anders omdat de wortels van het rechtssysteem daar “in het volk” liggen. Het common law systeem. De invloed van rechters is daar groter en die van de wetgever kleiner. De Nederlandse rechter is de regisseur van de zitting. In de VS zie je dat de rechter doorgaans er meer op toeziet dat de partijen niet te ver gaan. Het is daar ook meer een gevecht. Een kwestie van winnen of verliezen. Ik vind ons systeem hypocriet, in die zin dat een officier van justitie deel uitmaakt van de rechterlijke macht en dus geacht wordt onpartijdig te zijn. Dat is natuurlijk niet zo. De officier brengt de zaak niet voor niets voor de rechter en aast op een veroordeling.”
Hoe ver vind je dat de vrijheid van meningsuiting moet gaan? Wat denk je dat de uitkomst wordt van het Wilders-proces?
“Ik vind dat de vrijheid van meningsuiting veel te ver is doorgeschoten. Zeker op internet waar veel mensen zich te buiten gaan aan grove beledigingen en denken zich van alles en nog wat te kunnen permitteren omdat er immers vrijheid van meningsuiting is. Mensen zijn zich niet bewust van de grenzen die aan die vrijheid zijn gesteld of lappen die grenzen bewust aan hun laars. Dat gaat ver. Het is een vorm van verruwing die ik soms ook in de mainstream media meen waar te nemen. Wat het Wildersproces betreft is het in juridisch opzicht een bijna verloren zaak. Zeker gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad waarin het aanzetten tot discriminatie is verruimd. Ik denk dat de kans heel groot is dat Wilders wordt veroordeeld, als de rechters de maatschappelijke druk kunnen weerstaan. Maar tegelijkertijd vind ik die veroordeling te ver gaan. Het had nooit zover moeten komen. Het Openbaar Ministerie had Wilders niet moeten vervolgen. Die vrijheid hebben ze. Een veroordeling zal het wantrouwen tegen de rechterlijke macht verder doen toenemen. En Wilders spint er garen bij. “
Hoe kijk je aan tegen de juridische status van Syriëgangers die terugkomen? Specifiek: vind je dat alle juridische wapens agressief genoeg worden ingezet tegen deze groep?
“Ik vind dat veel Nederlanders tamelijk naïef zijn. De terugkeer van Syriëgangers kan en moet niet los worden gezien van de aanslagen in Parijs en Brussel. Onze wettelijke infrastructuur en ons rechtssysteem is daarop onvoldoende toegesneden. Deze mensen moeten hard worden aangepakt en er moet veel meer dan nu proactief worden ingegrepen. Nu is het mosterd na de maaltijd. Het idee van een multiculturele samenleving is een dwaze utopie. We zullen als samenleving moeten accepteren dat de veiligheidsdiensten greep krijgen op mensen met dit soort sentimenten. Dat vereist vertrouwen en juist daaraan schort het in toenemende mate. Want ook de overheid heeft boter op het hoofd en het wantrouwen tegen politici en de bestuurlijke elite is groot. Mensen zien dat prominente bestuurders geld wegsluizen, zaken in de doofpot worden gestopt en pikken dat niet meer. Er woedt een veenbrand en die moet snel worden geblust. Transparantie is hierbij cruciaal. Wees open en geef goede voorlichting. Zo is er veel commotie over de Panamapapers terwijl het in beginsel om niet-strafbare belastingontwijking gaat. Niet om belastingontduiking. Voor overheid en media is hier een taak weggelegd.
Onder druk van terrorisme worden steeds meer privacy gerelateerde wetten aangepast. De overheid kijkt steeds verder mee. Wat is het juridische eindplaatje volgens jou?
“Het zal de komende jaren nog veel verder gaan. Het recht op privacy zal in vergaande mate worden geminimaliseerd. Daar is, zoals ik het zie, geen ontkomen aan. En helaas is de overheid daar ook toe gedwongen. Alles wijst erop dat de strijd tegen het terrorisme zal intensiveren. Het is een belangrijke, zo niet de belangrijkste, taak van de overheid om de veiligheid van burgers zoveel mogelijk te waarborgen. Dat laatste noopt tot het treffen van maatregelen die de overheid in staat stellen om burgers in de gaten te houden. Mocht je hier niet aan mee willen doen: gooi je smartphone weg en stop met internetten. 1984 van George Orwell is een realiteit geworden.”
Tot slot: wat zou je willen verbeteren aan de Nederlandse rechtspraak? En wat zou je doen als je een dag premier zou zijn?
“Maak het strafrecht niet te belangrijk. Probeer meer via mediation af te doen (de eerste aanzetten zijn al gegeven) en behandel minder zaken op een zitting. Trek daar dan wel meer tijd voor uit en ga dieper op zaken in. Niet blindelings vertrouwen op schriftelijke processen-verbaal. Hoor cruciale getuigen op de zitting. Als premier zou ik een soort State of the Union houden, alleen dan wat meer filosofisch verpakt. Maar wel in begrijpelijke taal! Burgers wijzen op de vele zegeningen en kernwaarden die wij als westerlingen kennen en die de moeite waard zijn om te verdedigen. Wat je ook denkt van het referendum: het is een zegen dat we de vrijheid hebben om te mogen kiezen, dat corruptie een uitzondering is, dat we genoeg eten en drinken hebben, dat onze wegen goed zijn onderhouden en dat de overheid grosso modo te vertrouwen is. Maar ik zou ook wijzen op de prijs die we daarvoor moeten betalen. Ik heb die ene avond een hoge prijs betaald, het leven is niet gratis en de Nederlandse samenleving is met pijn en moeite opgebouwd.”