Wat de Amsterdamse rechtbank nog eens bevestigde was dat in kwesties die de vrijheid van meningsuiting raken, voor politici andere normen gelden dan voor “gewone” burgers. Die opvatting kwam bepaald niet als een donderslag bij heldere hemel en vindt steun in jurisprudentie van het EHRM. Maar zij is op goede gronden aanvechtbaar. Want een redenering die evenzeer verdedigbaar is die welke hierop neerkomt dat in tijden waarin er sprake is van een hevige tweespalt in de samenleving, nu juist van politici mag worden verwacht dat zij zich van hun verantwoordelijkheid bewust zijn en zich in het maatschappelijk debat zorgvuldig uitlaten.
Maar dit soort nunances zijn aan Wilders en andere populisten niet besteed. Zij moeten het hebben van de vox populi en de mainstreammedia en grossieren dus in simpele, tot de verbeelding sprekende taal. De schandalige diskwalificatie “Kopvoddentax” van Wilders is inmiddels een begrip geworden. Nog even en het staat in de Van Dale. Populisten denken zwart-wit. Ze zetten zich af tegen de globalisering, de macht van de EU en het streven naar een multiculturele samenleving.Sentimenten waarin menigeen zich zal herkennen, mijzelf incluis. Ook vertalen zij een breed gedragen gevoel dat zich tegen het politiek-bestuurlijke establishment keert. De kleine kliek die zichzelf tot stijgend ongenoegen van de burger voortdurend en met klimmend succes verrijkt, terwijl diezelfde burger steeds meer de slaaf is geworden van een megalomane bureaucratie waar de overheid zich verschuilt achter regeltjes en zich manifesteert in marktgericht denken. Het wrange is dat populisten als Wilders prominent deel uitmaken van die elite die zij zeggen te vuur en te zwaard te bestrijden
Populisme beperkt zich niet tot de landsgrenzen. In een prachtig artikel in The New York Times heet het aldus: “The success of populist parties appealing to a sense of lost national identity has brought criticism of minorities, immigrants and in particular Muslims out of the beer halls and Internet chat rooms and into mainstream politics. While the parties themselves generally do not condone violence, some experts say a climate of hatred in the political discourse has encouraged violent individuals.” Dat klimaat dat over heel Eurpopa heenwaaiert, schept een vruchtbare voedingsbodem voor fundamentalisten als Anders Behring Breivik, die schijnbaar vanuit het niets een slachtpartij veroorzaakte. Vanzelfsprekend voert het te ver om een rechtstreeks causaal verband te leggen tussen de opvattingen van Wilders en de gruwelijke slachtpartij in Noorwegen, maar een ieder weldenkend mens voelt dat toeval het andere uiterste is. Het sociaal-maatschappelijk klimaat in Nederland en veel andere landen is er naar.
Daarmee is tevens gezegd dat dergelijke acties zich niet tot Noorwegen zullen beperken.
Het ressentiment en de haat woedt alom. Het gist voortdurend en af en toe stroomt de lava naar buiten, zoals bij en na de moord op Pim Fortuyn, toen zich een menigte woedende burgers verzamelde aan de poorten van het Binnenhof, waar Wim Kok nog de scepter zwaaide. Diezelfde Wim Kok die zo’n beetje model staat voor de hypocrisie en verwording van de politiek, door zich nu vette bonussen toe te eigenen, terwijl hij daar in zijn politieke leven mordicus tegen was. Aan zijn naam kunnen vele namen van uitgerangeerde politici, die hun idealen ver van hun portemonnee hadden opgeborgen, worden toegevoegd. Afgeschermd door een bevriend legertje journalisten kunnen zij ongehinderd hun gang gaan. De walging en woede onder hetvolk neemt naar mijn stellige overtuiging sluimerend, maar gestaag toe, maar wil maar niet doordringen tot de vijf minuten die in “jounalistieke” programma’s als Nieuwsuur en Pauw en Witteman aan controversiele thema’s worden besteed.
Vergelijkbare processen doen zich voor van Hongarije tot Italië en zelfs iemand als Sarkozy zingt vrolijk zijn liedje in het populistenkoor mee. Als het maar stemmen trekt. In Zweden werden in een paar maand tijd meer dan 12 immigranten neergeschoten en in de Verenigde Staten gingen na het drama in Noorwegen de herinneringen uit naar de aanslag in Oklahoma City in 1995, waar een rechts-extremist, Timothy J. McVeigh, een gouvernementsgebouw opblies. Een actie waarbij 168 mensen het lieven lieten. Ogenschijnlijk houden de aanslagen geen verband met elkaar, maar niets is minder waar. Daarom is het ook niet toevallig dat de noord-Europese landen, die serder jaar en dag een liberale immigratiepolitiek propageren, de twijfelachtige eer hebben om vooraan te staan in de rij. Ereplaatsen lijken daarbij weggelegd voor Denemerken en Nederland. Niet toevallig landen die beide een gedoogregering kennen.
Het lijkt bijna een kwestie van tijd voordat ook wij in Nederland de wange vruchten van onze lankmoedigheid zullen moeten plukken. Joerg Froeber, een autoriteit op het gebied van rechts-extremisme, zei in de New York Times “I’m not surprised when things like the bombing in Norway happen, because you will always find people who feel more radical means are necessary. It literally is something that can happen in a number of places and there are broader problems behind it.” Die bredere problemen heb ik voor een deel al geschetst. De autoriteitscrisis annex gezagsimplosie van de overheid en andere aloude instituten als de rechterlijke macht, de enorme regeldichtheid en de daarmee gepaard gaande enorme bureaucratie en willekeur bij de rechtshandhaving gaan hand in hand gaat met het marktgericht denken van de overheid, de toenemende afhankelijkheid van de burger van diezelfde overheid, een regenteske politiek-bestuurlijke elite die de kroonjuwelen aan elkaar toedeelt, het gebrek aan transparantie en democratie etc. etc.. Het probleem beperkt zich dus niet tot een aversie tegen immigranten, wezensvreemde ideologieën en religies en het multiculturele gedachtegoed. Het is inderdaad veel breder en divers.
We leven in een tijd waarin een tijdbom tikt. Een bom die elk moment kan afgaan. Het is duidelijk dat ons hele staatsstelsel aan grondige renovatie toe is. De scheiding der machten is in de praktijk al lang ter ziele. Het poldermodel heeft afgedaan. En de kaste der bevoorrechten moet worden uitgebezemd. Die leidt tot incestueuze verhoudingen, waarin het mogelijk is dat een Secretaris-Generaal als Joris Demmink een lange reeks van jaren op de departement van Justitie (en Veiligheid) de dienst uitmaakt, terwijl hij onder de aangiftes van seksueel misbruik bijkans bezwijkt en serieus onderzoek niet lijkt plaats te vinden. Politici en het journaille zijn te veel verbroederd, goede en onafhankelijke onderzoeksjournalisten zijn op de vingers van een hand te te tellen, in ons in rechtsvergelijkend opzicht toch al slecht democratisch bestel vindt controle op de regering amper plaats, belangenverstrengeling, machtsmisbruik, achterkamertjespolitiek en corruptie lijken wel onderdeel van het systeem te zijn geworden en de weinige kritische onderzoeksjournalisten die nog zijn overgebleven worden gehospitaliseerd en gecriminaliseerd.
De politiek bestaat voor een belangrijk deel uit gesjeesde studenten en langstudeerders waarvan het gebrek aan intellectuele kwaliteit recht evenredig is met het gebrek aan intelligentie. Kwaliteit is ver te zoeken. Terwijl iedere “echte” econoom van naam zegt dat de schuldencrisis van Griekenland onoplosbaar is en elke euro die er in wordt gepompt verloren gaat, gaat de politiek vrolijk door. Volkomen losgezongen van het volk, dat nog een beetje op de been wordt gehouden door de intrinsiek slechte informatie van de kant van de mainstreammedia. De politieke commentatoren en journalisten hebben vaak amper een middelbare schoolopleiding achter de rug en missen de kwaliteit en de expertise -vaak ook de onafhankelijkheid- om de stroom van informatie te kunnen duiden en waarderen. Door de nivellering die zich op het terrein van de journalistiek heeft voltrokken, heeft nieuwsgaring het afgelegd van entertainment. Wie denkt dat het Engelse afluisterschanddaal ond News of the World een ver van mijn bed show is, maakt zich schuldig aan dezelfde mengeling van arrogantie en naïeviteit die al zo lang kenmerkend is voor de verhoudingen in “God’s own country”. Denk alleen maar aan de journaliste van de Telegraaf die de enige overlevende van het vliegtuigongeluk in Tripoli, een 13-jarig jongetje, stalkte en vermoedelijk c.q. mogelijk traumatiseerde. Tijd om het verschoningsrecht van journalisten kritisch tegen het licht te houden. Het is niet bedoeld voor dergelijke entertainers die ten kostte van alles op scoops en hoge verkoopcijfers uit zijn!
Los van de juridische houdbaarheid van de vrijspraak van Wilders, rijst in toenemende mate de vraag of het sociaal-maatschappelijke, culturele en politiek-bestuurlijke klimaat vatbaar is voor wezenlijke verandering. Gebeurt dat niet, dan voorzie ik ook en zelfs in Nederland een doemscenario. Een paar politici die uit de weg worden geruimd, een ministerie dat wordt opgeblazen …. alles is mogelijk en een enkeling is genoeg. En laat nu vooral niet het vizier worden gericht op terreurbestrijding. Die bestrijding moet zich meer op binnenlandse terreur richten, maar het is primair zaak om de diverse oorzaken die ten grondslag liggen aan de dreigende implosie van onze zogenoemde demoratische rechtsstaat te catalogiseren en te inventariseren, waarbij vervolgens de nadruk moet liggen op preventie en dus op verandering van de pijlers van ons systeem. Haatzaaien op afstand is namelijk letterlijk levensgevaarlijk.