IRAKGATE: Houdt inbreuk op persvrijheid verband met het dossier Irak?

Het Liquidatieproces: D-day voor de kroongetuige en voor de rechterlijke macht
14 juni 2009
Ina Post: Wie volgt?
24 juni 2009
Show all
Op 28 maart 2009 publiceerden Jolande van der Graaf en Joost de Haas een artikel in De Telegraaf waarin de AIVD op de korrel werd genomen. Die zou het kabinet op het verkeerde been hebben gezet door klakkeloos buitenlandse inlichtingenrapporten te hebben overgenomen, waardoor de indruk werd gewekt dat het regime van Saddam Hussein over massavernietigingswapens beschikte. Informatie die naar ik aanneem een rol heeft gespeeld bij de besluitvorming van het kabinet om politieke steun te verlenen aan de oorlog tegen Irak. Op 4 juni schreef diezelfde Jolande van der Graaf met Hans Kuitert een artikel in De Telegraaf over bedreigingen vanuit Chinese hoek aan het adres van de Dalai Lama. Politiek wat minder explosief, dunkt mij, maar zeer lezenswaardig. 
 
Na de publikatie van het eerste artikel moeten bij de AIVD de alarmbellen zijn afgegaan. Het meest voor de hand scenario is dat intern een onderzoek heeft plaatsgevonden, waarbij het zoeklicht viel op een 39-jarige medewerkster van de AIVD, haar echtgenoot en de journaliste van De Telegraaf. Want de AIVD mag transparantie dan op papier hoog in het vaandel hebben staan, aan pottekijkers heeft men geen behoefte. En zeker niet aan pottekijkers die de vuile was buiten hangen.  Niet onwaarschijnlijk is dat de medewerkster in de val werd gelokt, door haar informatie over bedreigingen aan het adres van de Dalai Lama toe te spelen. Ook die informatie kwam terecht bij de journaliste van De Telegraaf en werd gepubliceerd.
Vermoedelijk is de AIVD vooral getergd door de eerste publikatie. Want de politieke steun van ons land aan de oorlog in Irak was en is een belangrijk maatschappelijk-politiek thema, waarover veel discussie en onduidelijkheid bestaat. De Tweede Kamer is op dit punt door het kabinet bij de coalitieonderhandelingen buiten spel gemanouvreerd en het onderzoek naar het hoe en waarom van die politieke participatie wordt verricht door een commissie die door het kabinet is benoemd. Ik zie dan ook een verband tussen de aanhoudingen van twee verdachten en de inval in de woning van de journaliste en het onderzoek naar de grondslag voor ons land om politieke steun te verlenen aan een aanvalsoorlog. Valt er soms iets te verbergen? 
Vanuit deze achtergrond is verklaarbaar dat onderzoeksjournalisten als Jolande van der Graaf proberen om de onderste steen boven te krijgen. Misschien kan zelfs van een journalistieke plicht worden gesproken. Professor Gerard Schuijt schreef in zijn boek “Vrijheid van nieuwsgaring” dat  de media een hebben rol als waakhond en onderzoek moeten kunnen doen naar mogelijke misstanden. En Ian Buruma noemt in zijn boek “Het circus van Max Beckmann en andere essays” waarheidsvinding als doel van journalistiek werk. Een journaliste als Van der Graaf verdient wat mij betreft een compliment, maar de prijs die zij daarvoor moet betalen is hoog. Een doorzoeking van haar woning, inbeslagneming van computers en andere bescheiden en het vooruitzicht van een maximale gevangenisstraf van acht jaar wanneer zij uitsluitend wordt vervolgd wegens schending van staatsgeheimen (artikelen 98 jo. 57 van het Wetboek van Strafrecht) en 20  jaar wanneer de vervolging (mede) is gericht op het openbaar maken van een staatsgeheim (artikelen 98a juncto 57 Wetboek van Strafrecht). Maar zover zal het niet komen. Zover mag het niet komen!
De AIVD is een schimmige organisatie, die opereert binnen een ondoorzichtig wettelijk kader. Dat kader is weliswaar vastgelegd in de Wet op de inlichtingen – en veiligheidsdiensten, maar wie die wet leest wordt niet veel wijzer en dat zal ook de bedoeling zijn. Volgens de website van de AIVD zijn in die wet bepalingen opgenomen die het werk van de AIVD transparant en daarmee controleerbaar moeten maken. Zelden heb ik zulke onzin gelezen. Tranparantie en controle staan min of meer haaks op het werk van een inlichtingendienst. Centraal staat het beschermen van de staatsveiligheid en het bewaken van de democratische rechtsorde en het toezicht wordt achteraf uitgeoefend door een commissie, bestaande uit drie leden, die op voordracht van de Tweede Kamer bij koninklijk besluit worden benoemd. Die commissie is een schaamlap, want volledig afhankelijk van de informatievoorziening van de AIVD. Een applauscommissie.
In een democratische rechtsstaat is een instituut als de AIVD dan ook een noodzakelijk kwaad. Daarom is het zo belangrijk dat journalisten die op misstanden van een dergelijk instituut stuiten daar publiekelijk melding van maken. Jolande van der Graaf is verdachte, haar co-auteurs niet. Opvallend. Dat lijkt er op te wijzen dat er gerichte informatie bestaat, vermoedelijk afkomstig uit taps.  Daarvoor moet de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toestemming verlenen aan de AIVD, vooropgesteld dat het de AIVD is die heeft getapt. Als dat zo is, is er alle reden voor de Tweede Kamer om de minister hierover op het matje te roepen.
Welke informatie als staatsgevaarlijk heeft te gelden, zegt het Wetboek van Strafrecht niet. Artikel 80quater omschrijft slechts “gegevens” die daarmee gelijk moeten worden gesteld. Dat er in het artikel over “IRAK-gate”  gebruik is gemaakt van “staatsgeheime informatie” lijkt mij, alle onduidelijkheid over dit begrip ten spijt, zonneklaar. Maar de inval lijkt mij onrechtmatig. Want gelet op het maatschappelijke belang dat met de publikatie van de informatie die door de AIVD aan het kabinet is verschaft over de aanwezigheid van chemische en biologische wapens in Irak is gemoeid, is strafvervolging van de journaliste niet opportuun.
Het door mij veronderstelde verband tussen de inbreuk op de persvrijheid en de grondslag voor onze politieke steun aan de oorlog in Irak, geeft reden tot nadenken. Ik ben geen complotdenker, maar ook niet naïef. Zo acht ik het niet uitgesloten dat er sprake kan zijn van een politieke strategie, waarin het “lekken” is geregisseerd, omdat de informatievoorziening door de AIVD min of meer een legitimatie vormt voor het besluit tot het verlenen van politieke steun aan de oorlog tegen Irak en allerlei juridische discussies over schending door Irak van VN-resoluties worden vermeden. Die juridische basis is namelijk smal, erg smal. Balkenende zal dan een politieke ommezwaai moeten maken, maar dat zal hem geen moeite kosten. De verdachten zijn dan pionnen in een schaakspel die bewust worden geofferd. De werkelijke daders ontspringen de dans. Maar zo gaat het wel vaker in het strafrecht en in de politiek.