Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

5 december 2013

De toetsing door de rechter-commissaris bij inzet criminele burgerinfiltrant

Nadat de parlementaire enquêtecommissie Van Traa n.a.v. de IRT-affaire de deur voor de criminele burgerinfiltrant, die voorheen in de praktijk wijd open stond, slechts op een kier had gezet,  wil het huidige kabinet met deze meer dan omstreden opsporingsmethode de georganiseerde criminaliteit bestrijden. De motivering bestaat vooral uit een aantal “sweeping statements”, waar Opstelten en Teeven het patent op lijken te hebben. Met traditionele opsporingsmethoden is het voor politie en justitie in deze gevallen soms onmogelijk om het benodigde bewijsmateriaal te verkrijgen. Door in zeer uitzonderlijke gevallen een criminele burgerinfiltrant in te zetten zouden politie en OM beter in staat zijn om ook deze criminele groeperingen aan te pakken. Hierbij kan bijv. worden gedacht aan gesloten homogene etnische organisaties. Bij die gedachte kan ik me wel iets voorstellen. De vraag verschuift dan naar die van de voorwaarden waaronder van zo’n criminele burgerinfiltrant gebruik mag worden gemaakt.