Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

23 januari 2019

EHRM stelt eisen aan motivering voorarrest

Beslissingen over voorlopige hechtenis lijken in Nederland vaak voorgeprogrammeerd, zeker in zaken waar de zittingsdatum dichtbij is en het Hof de instantie is die in appel oordeelt. De hele gang van zaken is ronduit beschamend te noemen. Een gemiddelde zitting neemt, naar boven afgerond, een half uur in beslag en als het een beetje meezit worden in een paar uur tijd toch al gauw zo’n vijftien zaken afgedaan. Goed voor de kas en slecht voor de moraal. Na de sobere zitting wordt kort geraadkamerd en vervolgens rollen de beschikkingen aan de lopende band uit de printer. De motivering is vaak ver on de maat omdat wordt volstaan met conclusies. Er is vluchtgevaar, ernstig gevaar voor recidive en “uiteraard” is de rechtsorde ernstig geschokt. Waarop deze conclusies zijn gebaseerd is onduidelijk. Het lijken tussendoortjes, terwijl nota bene over de vrijheidsbeneming van burgers wordt beslist. In toenemende mate is er kritiek op deze gang van zaken en bezien vanuit de invalshoek van het EVRM lijkt het m.i. niet voor twijfel vatbaar dat de praktijk de verdragsrechtelijke toets niet kan doorstaan. Dat wordt nog eens bevestigd door een beslissing van het EHRM in de zaak Móry and Benc v. Slovakia (ECHR, appl. 3912/15 […]
8 november 2018

Gevangenneming tegen verdachten in voorarrest

Met enige regelmaat zorgt de regeling van het voorarrest voor juridische puzzels. Zo ook in de zaak die leidde tot de vordering tot cassatie in het belang der wet van 6 november 2018. Voordat ik de conclusie van de AG bespreek, is het van belang op te merken dat in het bijzonder voor regelingen die vrijheidsbeneming betreffen van belang is dat er minst genomen zo weinig mogelijk onduidelijkheid bestaat over de interpretatie en daarmee de toepassing van de regeling. Rechtseenheid, rechtszekerheid en rechtsbescherming vereisen in een land dat zich erop voorstaat een rechtsstaat te zijn, dat het opleggen van voorarrest niet tot willekeur leidt. Alleen daarom al is het een goede zaak dat de AG het voortouw neemt, als er wel verschil van opvatting is. En bij voorlopige hechtenis is cassatie in het belang der wet niet zelden het aangewezen middel. De vordering van de AG richtte zich tegen een beschikking van het Hof Arnhem-Leeuwarden. Uit die beschikking blijkt dat het Hof de opvatting huldigt dat een bevel tot gevangenneming niet mogelijk is wanneer de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt. Zelfs niet indien die voorlopige hechtenis voor een ander feit is opgelegd. Aan die opvatting ligt een discutabele interpretatie […]
12 februari 2015

De lappendeken van rechtsmiddelen tegen beslissingen over voorlopige hechtenis

Op 10 februari 2015 heeft de HR op vordering van AG Knigge een aantal beslissingen genomen die enige verduidelijking brengen in het stelsel van rechtsmiddelen tegen rechterlijke beslissingen over de voorlopige hechtenis. Die verduidelijking was hoognodig omdat het in de praktijk soms onduidelijk is of, en zo ja, welk rechtsmiddel open staat. Het is dan ook de vraag of nog wel van een stelsel gesproken kan worden. Over een aantal anomalieën in de regeling wordt hieronder ingegaan. In de inleidende video passeren alle zaken waarover de HR op 10 februari j.l. in het kader van de vorderingen tot cassatie in het belang der wet heeft beslist, de revue.
25 augustus 2014

Voorlopige hechtenis en rechterlijke onpartijdigheid steeds meer punt van discussie

Het is in ons stelsel de gewoonste zaak van de wereld dat een rechter die over de voorlopige hechtenis heeft geoordeeld, in een latere fase ook zittingsrechter is. Sterker nog: vanuit proceseconomische overwegingen juichen sommige juristen dat zelfs toe. De rechter kent immers het dossier en dat bespaart tijd. Dat de rechter al een oordeel over de schuld heeft gegeven, vormt geen bezwaar. Want dat oordeel is slechts marginaal en voorlopig en het EHRM heeft beslist dat het niet in strijd is met artikel 6 en met name met het recht op een onpartijdige rechter. Maar het heeft er, zoals eerder betoogd, alle schijn van dat de eisen die worden gesteld aan het toepassen van voorlopige hechtenis worden opgeschroefd. En dan gaat het vooral om de interpretatie van “ernstige bezwaren”. Een fundamentele voorwaarde voor het toepassen van dit ingrijpende vrijheidsbenemende dwangmiddel. Omdat er teveel mensen onterecht in het kader van voorlopige hechtenis zijn gedetineerd (pakweg zo’n 5.000) en de Staat in 2012 en 2013 11,1 miljoen aan schadevergoeding moest uitkeren, hebben een aantal juristen de noodklok geluid. Naar het schijnt met succes.  Want wie de site www.rechtspraak.nl grondig raadpleegt, ontdekt dat er een tendens lijkt te zijn dat voorlopige hechtenis […]