Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

30 januari 2015

De loverboyzaak en de prostituant als slachtoffer

Een meisje van 16 jaar werkt als prostituee in een hotel in Valkenburg. Al dan niet er toe gedwongen of aangezet door een 21 jarige pooier, met wie ze een relatie had. Tegenwoordig noemen we zo’n pooier een loverboy’. Ergerlijk dat etiket. Alsof het om liefde gaat. De zaak van het meisje en haar ‘loverboy’ is volop in het nieuws. Mede omdat het OM jacht maakt op de klanten van het meisje. Het precieze aantal is niet bekend, maar het zullen er vermoedelijk vele tientallen zijn geweest. Het OM heeft aangekondigd de prostituanten aan te zullen pakken. De mannen die zich niet melden, moeten rekening houden met een “bezoekje” van de politie. Thuis of op hun werk. Met alle gevolgen van dien.
28 november 2014

Rechtsbijstand advocaat aan niet aangehouden verdachten

Terwijl de rechtspositie van de aangehouden verdachte tamelijk nauwkeurig in kaart is gebracht na het Salduz-arrest, is die van de niet-aangehouden meerderjarige verdachte met te veel mist omgeven. Het EHRM heeft tot nu toe geen duidelijkheid verschaft, de wetgever zwijgt in alle talen en dus ligt het weer op het bordje van de rechter. Zoals steeds vaker het geval is. En opnieuw probeert de rechter de wetgever tot spoed te manen, zij het in voorzichtige en subtiele bewoordingen. Want al is het een misverstand om in navolging van Montesquieu te spreken van “scheiding der machten”, van een zekere machtsverdeling is zonder meer sprake. En als het al van de rechter moet komen is het doorgaans de HR die het voortouw neemt. Zo ook in deze juridische problematiek. Al in 2009 gaf de HR (ECLI:NL:HR:2009:BH3079, NJ 2009/349) een belangrijk signaal af. Hij overwoog: “2.5. De Hoge Raad leidt uit de rechtspraak van het EHRM af dat een verdachte die door de politie is aangehouden, aan art. 6 EVRM een aanspraak op rechtsbijstand kan ontlenen die inhoudt dat hem de gelegenheid wordt geboden om voorafgaand aan het verhoor door de politie aangaande zijn betrokkenheid bij een strafbaar feit een advocaat te raadplegen. Uit de rechtspraak […]
30 oktober 2014

De rechter onder curatele

“Hij staat onder toezicht”, monkelde de ene advocaat tegen de andere. Die “hij” is de voorzitter van de meervoudige strafkamer in Assen. Kennelijk iemand die het vak van voorzitter niet echt onder de knie heeft en door een andere, op dat gebied meer ervaren, rechter onder curatele is gesteld. Aan de leeftijd ligt het niet. De halfbakken voorzitter wordt getaxeerd op een jaar of zestig en heeft een ontspannen attitude. Dat laatste wijst toch op een zekere ervaring. Voorzitter zijn van een meervoudige kamer is een vak apart. Dat heb ik zelf zo ervaren en ik kon me er in die zin dus wel iets bij voorstellen. De voorzitter is de regisseur van de strafzitting. Een zitting die in ons strafrechtelijk systeem veel weg heeft van een toneelspel. Een Griekse tragedie als het ware. Met dit verschil dat de dialogen bijna allemaal zijn uitgeschreven en goeddeels worden voorgelezen. Verklaringen bij de politie van verdachte en getuigen. Dat was het wel zo’n beetje. Afgewisseld met een enkele spontane vraag van de voorzitter. En dat wordt dan weer allemaal braaf genotuleerd door de griffier. Tenminste dat nemen we aan. Want we vertrouwen elkaar blindelings, nietwaar?
19 september 2014

Vormverzuimen in een politiestaat

Er pleit veel voor om het woord “vormfouten” (strikt genomen staat er “vormen” in art. 359a Sv) in het Wetboek van Strafvordering te schrappen. Het woord verbloemt waarom het gaat. Het gaat heus niet over mineure schrijffoutjes in de tenlastelegging, zoals een verkeerd gespelde naam van de verdachte. Maar dat is wel een beeld dat veel mensen hebben. En vanuit die beeldvorming is het vanzelfsprekend dat een verdachte niet vanwege zo’n vergissing die met de kern van de zaak niets te maken heeft, mag worden vrijgesproken. Maar dat gebeurde vroeger niet en dat gebeurt heden ten dage nog steeds niet. Het is een van de vele hardnekkige maatschappelijke misvattingen over het strafrecht. Sommige van die misvattingen zijn naar mijn overtuiging door de politiek aangegrepen om het Wetboek van Strafvordering dusdanig te veranderen dat politie en justitie meer bevoegdheden kregen, terwijl fouten die werden gemaakt bij de opsporing en vervolging  zoveel mogelijk konden worden weggemasseerd.  Art. 359a Sv is daarvan een goed voorbeeld. De tekst spreekt van “vormen” die zijn “verzuimd” in het voorbereidend onderzoek. Zoals tussen de regels door al bleek kunnen die “vormen” ernstig zijn. Een kras voorbeeld daarvan levert Hof Arnhem-Leeuwarden 16 september 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:7186. Aan de verdediging was een deskundigenbericht over […]