Mr. W. Wedzinga

Over Strafrecht en nog veel meer

                                                        

18 november 2013

Herziening moordzaak Corina Bolhaar?

Dinsdag neemt de AG zijn conclusie in de moordzaak die wel bekend staat onder de naam “Corina Bolhaar”. Corina Bolhaar, haar zoontje en dochtertje zijn op 4 maart 1984 door verwurging en messteken om het leven gebracht. Het jongste kind werd gespaard. De dader kon niet worden opgespoord, maar in 2002 komt misdaadjournalist Peter R. de Vries met een reeks uitzendingen waarin hij een kroongetuige opvoert, die een belastende verklaring tegen Louis Hagemann aflegt. Hagemann zou haar hebben verteld dat hij de drie om het leven zou hebben gebracht. De uitzendingen hadden een sneeuwbaleffect. Een andere getuige, eveneens een ex van Hagemann meldt zich en twee ex-gedetineerden, waarvan een anoniem wenst te blijven, doen eveneens hun zegje. De vier verklaringen komen alle op het zelfde neer: Hagemann zou hebben gezegd dat ….etc. Hagemann wordt uiteindelijk wegens moord op de twee kinderen tot levenslang veroordeeld. Bij Corina Bolhaar zou sprake zijn geweest van doodslag en dat feit was verjaard. Het bewijs bestond wezenlijk uit de vier hearsay verklaringen, die nergens door tactisch of forensisch bewijs werden ondersteund. Twee van de verklaringen waren door justitie gekocht. Voor het Hof geen belemmering om Louis Hagemann tot levenslang te veroordelen. En de HR die […]
30 mei 2012

Het nieuwe novum: een technisch-juridische en methodologische verkenning

Inleiding De wettelijke regeling van het buitengewone rechtsmiddel van herziening in strafzaken is de laatste jaren onderwerp van debat. De regeling die oorspronkelijk was bedoeld om een rechterlijke uitspraak waarbij een verdachte ten onrechte was veroordeeld te corrigeren is ingrijpend veranderd, omdat ook correctie mogelijk is van een onterechte vrijspraak. Wat gebleven is, is het karakter dat het moet gaan om een buitengewoon rechtsmiddel en dat betekent dat een correctie slechts onder bijzondere omstandigheden mogelijk is.  Een centraal punt daarbij is dat er sprake moet zijn van een “novum”, een nieuw feit, zoals het wel eens simplistisch wordt omschreven. Simplistisch omdat het begrip “feit” veel ruimte laat voor interpretatie van het begrip “nieuw” minder vanzelfsprekend is, dan het op het eerste gezicht voorkomt. In artikel 457 lid 1 sub 2 Wetboek van Strafvordering wordt in dit kader gesproken van : “(…) eenige omstandigheid die bij het onderzoek op de terechtzitting den rechter niet was gebleken en die op zich zelve of in verband met de vroeger geleverde bewijzen met de uitspraak niet bestaanbaar schijnt in dier voege dat ernstig vermoeden ontstaat dat ware zij bekend geweest, het onderzoek der zaak zou hebben geleid, hetzij tot vrijspraak van den veroordeelde, hetzij […]